Slimme vochtsensoren gaan datagedreven fleetmanagement optimaliseren
‘Je wil niet dat groen en grijs beide hun eigen sensoren, applicaties en workflowondersteuning gaan krijgen. Wat wij graag willen, is dat er één geïntegreerde omgeving komt voor rijrouteoptimalisatie en dat het groen- en grijsbeheer daar een onderdeel van gaat vormen.’ Die ‘wij’ zijn René Voogt (oprichter/eigenaar van ConnectedGreen) en Hans Schaap (oprichter/eigenaar van Curious Inc.). Datagedreven werken heeft de toekomst, dus voor gemeenten en groenbedrijven komt deze match wellicht als de turnkey oplossing waar ze naar zochten. Wat houdt deze duurzame samenwerking precies in?
‘Het groenonderhoud is voor een gemeente geen geïsoleerd werkproces’
De overeenkomst is meer dan zomaar een samenwerking. Het betekent de volledige integratie van beide systemen ter optimalisatie van datagedreven workflowondersteuning. Aan de ene kant wordt de assetmanagementsoftware van Curious Inc. versterkt met de data en de daaraan gekoppelde domeinkennis en klantkennis van ConnectedGreen. Voor de gebruikers van het ConnectedGreen-platform vindt aan de andere kant een koppeling plaats met efficiënte asset- en fleetmanagementapplicaties. Een ideale match dus, omdat de organisaties die met het ConnectedGreen-platform werken, over het algemeen een wagenpark beheren en Curious Inc. applicaties ontwikkelt voor efficiënter gebruik van voertuigen en optimalisatie van rijritten. The best of both worlds.
Het groenonderhoud is voor een gemeente geen geïsoleerd werkproces maar wordt doorgaans gecombineerd met andere taken, bijvoorbeeld het legen van prullenbakken. Curious Inc. heeft al een applicatie geschreven voor het grijsonderhoud, waarmee in enkele steden wordt gewerkt. De integratie met de sensortechnologie die het groenonderhoud aanstuurt, is een logische en wellicht cruciale uitbreiding van beide portfolio’s. De samenwerking is niet alleen duurzaam, maar dient ook een gemeenschappelijk duurzaam doel, want de versterkte knowhow levert een enorme besparing aan brandstof op.
Curious Inc. vormt een kapstok van drie businessinitiatieven met bijbehorende applicaties. Een daarvan is Grybb, waarmee de planning van het grijsbeheer voor de gemeente Enschede tot in de puntjes wordt verzorgd. ‘Beheren jullie naast de grijze assets toevallig ook de bomen?’ Met deze vraag van de gemeente Enschede in het achterhoofd ging Schaap op zoek naar een bedrijf dat zich met de groene materie bezighield. ‘Zo ben ik in contact gekomen met René Voogt en is de eerste samenwerking als pilotproject in Enschede van start gegaan,’ aldus Schaap. Enschede had al sensoren van ConnectedGreen aangeschaft en Schaap en zijn team hebben daarvan de implementatie en koppeling met de assetmanagementsoftware tot stand gebracht. ‘Deze pilot was een groot succes, want de eerste uitbreidingen zitten eraan te komen. Toen zijn we gaan nadenken over een follow-up die nu officieel contractueel is bezegeld,’ vult Voogt aan.
‘Ook in natte condities leveren de vochtsensoren geld op’
Deze rij bomen is hoogzomer in de Hemsterhuisbuurt in Amsterdam aangeplant en is het ondanks de hitte en dankzij de sensoren goed gaan doen.
De vochtsensoren meten het vochtgehalte op wortelniveau en geven daarmee uitsluitsel of jonge bomen en/of beplanting water nodig hebben. Deze informatie wordt verzameld in het ConnectedGreen-platform en vormt daarmee de basis voor:
We hebben in 2021 een natte zomer gehad. Waren de vochtsensoren dan nog nuttig?
‘Dat is een logische vraag en het antwoord daarop is: ja! Ook in natte condities leveren de vochtsensoren geld op. Ons gevoel zegt dat het niet hoeft en de sensor beaamt dat het niet hoeft en dus besparen ze. Juist dit jaar, met al die regenval, is er veel geld bespaard door de eenduidige informatie. Voor een gemeente is het belangrijk dat alle onduidelijkheden over het nut van beregening worden weggehaald. Er is een personeelstekort, dus je wilt niet dat mensen gaan kijken of een boom überhaupt wel water nodig heeft, of water geven terwijl dat niet nodig is,’ legt Voogt uit. Schaap voegt daaraan toe: ‘Een relatie vertelde dat hij met de sensoren in staat is de inboet van bomen te reduceren. Inboet kost veel geld vanwege het niet aanslaan van die boom, maar ook vanwege de kostenpost die de historie van zo’n boom vertegenwoordigt. Die kosten zijn behoorlijk toegenomen de afgelopen jaren vanwege het toegenomen volume, de arbeidskosten en de logistiek rondom het bomenbeheer.’
Hans Schaap heeft zich tijdens zijn technische studie beziggehouden met sensortechnologie om van alles en nog wat te meten. Van luchttemperatuur tot luchtvochtigheid. In die periode ontstond zijn interesse voor het concept IoT (Internet of Things). Het IoT bestaat uit fysieke voorwerpen, zoals auto’s, huishoudelijke apparaten en wearables die met internet zijn verbonden en online gegevens kunnen verzenden. Na zijn studie richtte hij zijn start-upbedrijf GreenStar Logistics op waarmee hij IoT ging toepassen in de markt van de mobiliteit en logistiek. Zo ontstond het idee om voor de mobiliteitsmarkt datagedreven workflowoplossingen te ontwikkelen. Een van deze duurzame mobiliteitsconcepten was de Rijgedragcoach. De eerste applicatie die GreenStar Logistics maakte, kreeg de naam Dation en richtte zich op rijscholen. Daarmee zijn ze in die niche de marktleider in Nederland en België geworden. Hun tweede succesvolle applicatie is YesHugo, waarmee duizenden auto’s worden ondersteund op basis van ritregistratie, track-and-trace en voertuigenbewegingen. De derde applicatie is de eerdergenoemde assetmanagementapplicatie Grybb. Uiteindelijk groeide GreenStar Logistics uit tot Curious Inc.
‘Van begin af aan was duurzaamheid het kernidee achter al onze applicaties’
‘Van begin af aan was duurzaamheid het kernidee achter al onze applicaties,’ vervolgt Schaap. ‘De Rijgedragcoach is een module, juist bedoeld om brandstof te besparen. Een ander voorbeeld is de mobiliteitsbattle die we samen met de provincie Overijssel onder de vlag YesHugo hebben georganiseerd. Bedrijven en instellingen uit Overijssel kregen een jaar lang rijgedragcoaching en gingen vervolgens een competitie aan met elkaar. Deelnemers moesten zo veel mogelijk brandstof besparen en de spits vermijden. Ze konden punten verdienen door minder hard op te trekken en te remmen, buiten de spits te reizen of de auto helemaal te laten staan. Ik kan meer voorbeelden noemen, maar waar het om gaat is dat onze duurzaamheidsfilosofie en kennis van telematica en mobiliteit naadloos past bij de visie en corebusiness van onze partner ConnectedGreen. Ik denk dat wij samen op dit moment de enigen zijn die het hele spectrum kunnen bieden aan datagedreven workflowoplossingen voor grijs- en groenbeheer.’
In Den Haag zijn sommige routes van groenbedrijven 25% ingekort dankzij de data van de sensoren.
ConnectedGreen is in 2017 opgericht door René Voogt en heeft als missie: met slimme technologie de wereld groener maken. In 2018 stond hij voor het eerst op de Vakbeurs Openbare Ruimte met zijn vochtsensoren. Sinds die tijd heeft zowel het werken met sensoren als het daaraan gelieerde datagedreven werken een vlucht genomen. Het ConnectedGreen-platform bestaat uit slimme vochtsensoren, een cloudomgeving en een app voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer. Sensoren meten het vochtgehalte van de bodem. De informatie van de sensoren komt terecht in een digitaal platform dat onder andere voorzien is van een logboek en een dashboard met de symboliek van het stoplichtsysteem. De onderscheidende kracht van ConnectedGreen zit hem in de opgeslagen gegevens over de 2400 meest voorkomende planten en bomen in het stedelijk groen, en in de informatie over de diverse geijkte grondsoorten. Grondsoorten die niet in de database voorkomen, worden in een laboratorium nader onderzocht en alsnog toegevoegd. Een van de opdrachtgevers die werken met dit systeem, is de gemeente Den Haag. Daar leverde het werken met sensoren na vier maanden een besparing op van ongeveer 1,2 miljoen liter water en de nodige brandstof en manuren.
Datagedreven werken is enorm in opmars omdat opdrachtgevers zo veel mogelijk transparantie in en efficiëntie van hun workflow willen hebben. ‘Ik denk dat de integratie van onze systemen belangrijk is omdat we datagedreven werken niet alleen op het groenbeheer willen toepassen,’ vertelt Voogt. ‘Naast een boom staat misschien wel een prullenbak. Curious Inc. heeft een propositie voor gemeentelijke diensten als “prullenbakken legen”. Zij werken net als wij met sensoren die datagedreven werkprocessen aansturen en voor hen is onze domeinkennis van het stedelijk groen essentieel. We houden ons allebei bezig met smartcity-toepassingen en ons expertisegebied kent een grote overlap. Er werken nu meer dan honderdtwintig organisaties met het ConnectedGreen-platform en de samenwerking is een logische vervolgstap om datagedreven werken breder aan te kunnen bieden.’
‘De samenwerking is een logische vervolgstap om datagedreven werken breder aan te kunnen bieden’
De handtekeningen zijn gezet en daarmee neemt Curious Inc. het merk, de software en het personeel van ConnectedGreen over, maar blijft ConnectedGreen als merk bestaan. René Voogt blijft betrokken totdat Curious Inc. alles goed op de rails heeft staan. Voor de relaties van zowel ConnectedGreen als Curious Inc. verandert er niets, behalve dat ze meer mogelijkheden krijgen.
‘Met de uitbreiding van ons portfolio willen we gemeenten die het goede voorbeeld willen geven op het gebied van duurzame oplossingen, nog beter kunnen faciliteren. Ik wil daarom de lezers van Stad + Groen uitnodigen om met ons hierover van gedachten te wisselen en met ons te sparren,’ besluit Schaap.
Bron: Stad+Groen
Digitaal platform Werkwijzer wordt verrijkt met watergeefdata van Connected Green.
‘Je kunt zeggen: ik ben naar een boom gereden en ik heb water gegeven, of je zegt: ik ben naar een boom gereden en ik heb water gegeven omdat de sensor aangaf dat dit nodig was. Dat is een heel andere onderbouwing van de inzet van mensen en middelen voor je opdrachtgever’, aldus René Voogt van Connected Green. Dit eenvoudige voorbeeld illustreert prima de essentie van de integratie van beide systemen. Realtime informatie over de input uit het veld, die taken genereert om de workflow te voeden. The best of both worlds!
‘Ik ben naar een boom gereden en ik heb water gegeven omdat de sensor aangaf dat dit nodig was’
Connected Green en Werkwijzer hebben een gezamenlijke klant: Snoek Puur Groen. Deze kwam met de vraag of de data van de watergeefsensoren niet in Werkwijzer verwerkt konden worden. Die vraag kwam terecht bij Pieter Verloop van Werkwijzer. Verloop: ‘We hebben deze vraag serieus opgepakt, omdat ons platform juist bedoeld is om data te ontsluiten en zodoende de werkprocessen beter aan te sturen. Ik heb toen met René (Voogt) contact opgenomen en daarna is het balletje gaan rollen. Tijdens onze oriëntaties ontstond het idee om het project Snoek Puur Groen breder te trekken en toekomstbestendig te maken. Dat was de basis voor de integratie van beide systemen.’ Om de gegevens te combineren en daarmee de workflow te optimaliseren, moest er een koppelmodule gebouwd worden die de data van de systemen samenvoegde. Na de release hiervan is Werkwijzer het eerste platform met een koppeling naar Connected Green.
Connected Green, dashboard
Vochtsensoren van Connected Green
Connected Green is in 2017 opgericht door René Voogt en heeft als missie: met slimme technologie de wereld groener maken. Het vochtregulatiesysteem van Connected Green bestaat uit slimme sensoren, een cloud-omgeving en een app voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer. Sensoren meten het vochtgehalte van de bodem. De informatie van de sensoren komt terecht in een platform, dat onder andere voorzien is van een logboek en een dashboard dat werkt als een stoplichtsysteem. De onderscheidende kracht van Connected Green zit hem in de opgeslagen gegevens over de 2400 meest voorkomende planten en bomen in het stedelijk groen, en in de informatie over de diverse geijkte grondsoorten. Grondsoorten die niet in de database voorkomen, worden in een laboratorium nader onderzocht en alsnog toegevoegd. Eén van de opdrachtgevers die werken met dit systeem, is de gemeente Den Haag. Daar leverde het werken met sensoren na vier maanden een besparing op van ongeveer 1,2 miljoen liter water en de nodige brandstof en manuren.
De integratie is vooral interessant voor grote hoveniers, groenvoorzieners en gemeenten. Met de samenwerking en integratie van beide systemen spelen de partners in op de vraag naar meer data-aangedreven workflow. Verloop: ‘De integratie is een klassiek geval van synergie. Een duidelijke versterking van onze systemen. Het genereren van taken op basis van sensordata is absoluut een meerwaarde die wij de klanten kunnen bieden.’
Voogt: ‘De domeinkennis die wij in Connected Green stoppen, is superrelevant voor de mensen in het veld. Onze app geeft een beeld van een bepaalde veldsituatie en op basis daarvan kun je een actie uitvoeren. Werkwijzer biedt de mogelijkheid om de geïnterpreteerde data (bomen en planten hebben wel/geen water nodig), maar ook de taken die daaruit voortkomen (ga water geven) op een kaart weer te geven en die info te verrijken met bijvoorbeeld een logboek (wie heeft water gegeven, wanneer en hoeveel). Dit acteren op een alert gebeurt al in onze app, maar die beheerprocessen worden niet zo slim gedefinieerd als in Werkwijzer. Zij zijn specialisten op het gebied van werkprocessen en wij van sensoren. Wat dat betreft, zal er weinig veranderen. Ieder doet waar hij goed in is. Anders geformuleerd: schoenmaker, blijf bij je leest!’
De grote voordelen van het werken met de sensoren en app van Connected Green zijn enorme besparingen op watergift, personeelskosten, projectbezoeken en inboet. Zo leverde het werken met de vochtsensoren in de gemeente Veldhoven in drie maanden tijd een besparing van 20.000 euro op aan water-, loon- en materiaalkosten. De grote voordelen van het werken met Werkwijzer zijn realtime inzicht in en controle op de werkzaamheden, meer efficiëntie, het opbouwen van een historie via logbestanden en het genereren van taken op basis van input uit het veld. De integratie van beide systemen levert de perfecte schakel op tussen het buiten- en binnenbeheer. Stel, je stuurt als groenvoorziener een factuur voor het geven van water. Zo’n factuur is transparanter als de watergeefacties zijn gebaseerd op taken die door de sensoren zijn gegenereerd en onderbouwd. De financiële verantwoording levert dus minder discussie op. Dankzij het inzicht in de waterbehoefte kun je mensen en middelen optimaal inzetten.
De opgebouwde historie ondersteunt de gemaakte calculaties en de eventuele nafacturatie. Voor de uitvoerenden is het grote voordeel dat ze een interactieve workchart hebben en op basis van gps kunnen zien waar ze zijn, en dat hun werkzaamheden en rapportages direct zichtbaar zijn op de GIS-kaart. De werkzaamheden binnen en buiten verlopen transparanter, effectiever en gerichter, waardoor de beplanting beter aanslaat – want laten we niet vergeten dat dat het uiteindelijke doel is.
Tekst gaat verder onder de foto’s.
Pas aangeplante boom
ConnectedGreen, vochtsensor
‘Een dashboard dat werkt als een stoplichtsysteem’
Wat gaan de gebruikers binnen en buiten nu merken van deze integratie? Het platform van Werkwijzer bestaat uit modules die bouwblokken worden genoemd. Connected Green zal een optioneel bouwblok van Werkwijzer worden, dat door opdrachtgevers kan worden geactiveerd. Wanneer dat het geval is, zullen de gebruikers binnen, de managers en planners, gebruik kunnen maken van het dashboard van Connected Green – een dashboard dat werkt als een stoplichtsysteem. Kleurt de achtergrond rood, dan geeft het systeem aan dat er een watertekort is. Kleurt die oranje, dan heeft een bepaald project aandacht nodig, en bij groen is het waterpeil dik in orde.
De medewerkers in de buitendienst zullen weinig merken van de softwarefusie. Zij melden de taak ‘water geven’ af in het systeem en zien de effecten realtime op hun GIS-kaart. Het gebruiksgemak zal er dus niet onder te lijden hebben.
Pieter Verloop, medeoprichter en eigenaar van Werkwijzer
Digitaal kaartplatform van Werkwijzer
Werkwijzeris een relatief jong en ambitieus bedrijf, dat gespecialiseerd is in het digitaal beheer van werkprocessen. Het gelijknamige digitale platform is gebaseerd op GIS, een geografisch informatiesysteem. Het platform levert alle benodigde informatie voor opdrachtgever en opdrachtnemer. De Werkwijzer-applicatie is ontwikkeld voor met name uitvoerende partijen, vanuit het oogpunt van de uitvoering van werkzaamheden en het ontsluiten van de juiste veldinformatie voor opdrachtgever en management.
De toekomst
Op het moment dat deze editie van Stad + Groen op de deurmat valt, wordt er hard gewerkt aan de uitrol van de integratie. Voogt: ‘Waarschijnlijk zullen verschillende mensen met verschillende apps gaan werken. Het instellen van de grondsoorten en het monitoren van de bomen zal bijvoorbeeld in de Connected Green-app gebeuren. De taken die voortvloeien uit deze acties worden weer gemonitord in Werkwijzer. Zo zullen in de toekomst ook bepaalde werkzaamheden met elkaar worden gecombineerd, bijvoorbeeld water geven en prullenbakken legen als je toch op die locatie bent.’ Verloop is ambitieus over de verdere toekomstplannen: ‘Op dit moment maken wij dankzij de integratie gebruik van de vochtmeetsensoren, maar ik sluit niet uit dat we in de toekomst ook de data van andere sensoren (licht/temperatuur) van Connected Green zullen integreren. Zo worden we allebei completere datapartners voor onze opdrachtgevers.’
‘Het inplannen van personeel is belangrijk als straks met de droogte ook de hectiek weer losbarst’
Aftrappen in Emmen
Eén zijn met de natuur, dat is waar Snoek Puur Groen voor staat. Dit grote hoveniersbedrijf uit Grou (met een vestiging in Emmen) wil eigenaren van tuinen en buitenruimtes zoveel mogelijk laten genieten van de geuren, kleuren en geluiden die de natuur te bieden heeft. Eigenaar Douwe Snoek is steeds op zoek naar innovaties voor het groenonderhoud en heeft een voorliefde voor duurzame en liefst circulaire producten. Vanuit hun duurzaamheidsstreven werken ze bij Snoek met de sensoren van Connected Green, zodat ze alleen maar water hoeven te geven als het ook echt nodig is. Voor het monitoren en aansturen van de werkprocessen werken ze met Werkwijzer. Snoek Puur Groen had de wens om de data van Connected Green te kunnen integreren in Werkwijzer. Boomtechnisch en klimaatadaptief adviseur Simone Arends legt uit: ‘Onze opdrachtgevers kunnen dankzij Werkwijzer meekijken met de uitvoering van de werkprocessen, waardoor er meer transparantie ontstaat. Ze kunnen bijvoorbeeld in de historie teruglezen wanneer er onderhoud is gepleegd. Bij een grote klant als de gemeente Emmen, met meer dan twintig locaties, is dat ideaal, omdat anders het overzicht verloren gaat. We hebben al sensoren van Connected Green bij diverse opdrachtgevers geplaatst. Voor onze werkzaamheden voor de gemeente Emmen zullen we gebruik gaan maken van de volledige integratie van de sensoren en de app van Connected Green in Werkwijzer. De interface is gebruiksvriendelijk. De sensoren kleuren een gebied rood, oranje of groen; zo simpel is het. Dat maakt het werk voor ons overzichtelijk en eenvoudiger. Zo zie je bijvoorbeeld ook waar je niet hoeft te zijn (groen), wat voor ons belangrijk is bij het inplannen van personeel als straks met de droogte ook de hectiek weer losbarst.’
Simone Arends, boomtechnisch en klimaatadaptief adviseur bij Snoek Puur Groen
‘Door de integratie wordt de monitoring vereenvoudigd en hebben we ook alle data voor analyse bij elkaar’
Implementatie in Weert
Attender Groen is een bedrijf met een diversiteit aan talenten en maakt als regionaal betrokken groenbedrijf deel uit van de Vebego Groenbedrijven in Nederland. Er wordt met ruim 300 collega’s gewerkt vanuit drie vestigingen: in Meerssen, Hoensbroek en Nederweert. De opdrachtgevers zijn gemeenten, woningcorporaties, zorginstellingen en het bedrijfsleven. Voor de gemeente Weert implementeert Attender Groen de integratie van Connected Green in Werkwijzer.
Regiomanager Tim Schreurs van Attender Groen: ‘We vinden het belangrijk om onze complete opdracht te kunnen monitoren in één systeem. Door de integratie van meerdere verschillende partijen in Werkwijzer wordt dit mogelijk. Verschillende systemen betekent meerdere software-applicaties die gemonitord moeten worden. Door de integratie wordt deze monitoring vereenvoudigd en hebben we ook alle data voor analyse bij elkaar. We verwachten in de gemeente Weert een forse besparing op de watergift te kunnen bewerkstelligen door de toevoeging van de Connected Green-sensoren. Door tevens meer te sturen op de waardes die gegeneerd worden door de sensoren, kunnen we ons materieel effectiever inzetten. Uiteindelijk leveren een besparing op de watergift en een efficiëntere inzet van materieel ook een besparing op de CO₂-uitstoot op.’
Tim Schreurs, regiomanager bij Attender Groen
Bron: Stad+Groen
De leus die ConnectedGreen kenmerkt, is in die jaren overigens niet veranderd: ‘Het gaat niet alleen om de sensor … maar om wat je met de gegevens doet.’ ‘Je moet ConnectedGreen zien als een platform om informatie van sensoren voor (openbaar) groen te interpreteren en te delen’, zo begint Voogt ons gesprek op de beursvloer. Voor het systeem wordt gebruikgemaakt van vakkennis op het gebied van bomen, planten en grondsoorten. De slimme monitoring die met het platform mogelijk is, helpt om duurzamer te werken en te besparen, zowel op water als op projectbezoeken en uitval. Dat drukt de kosten én biedt verlichting met betrekking tot het enorme personeelstekort in de sector.
‘We hebben nu twee soorten sensoren’, vertelt Voogt. ‘Onze meest verkochte is een watergeefsensor die het bodemvocht meet.’ Die sensoren gaan niet voor niets als de spreekwoordelijke warme broodjes over de toonbank: ‘Pakweg 90 procent van de uitval van planten is namelijk te wijten aan ofwel te veel ofwel te weinig water.’ Omdat het hiervoor essentieel is te meten op de diepte van de wortels en omdat boomwortels dieper de grond in gaan dan bijvoorbeeld wortels van vaste planten, is deze sensor in verschillende lengten beschikbaar.
De andere sensor meet temperatuur en licht. ‘Een stel daarvan is verwerkt in de Klimaatkubus op het Osdorpplein in Amsterdam’, vertelt Voogt. De kubus is een ‘groen-blauwe plek’ waar onder meer de effecten van groen op stadse hittestress worden onderzocht. De sensoren van ConnectedGreen, zowel in de groene kubus als in een stuk ‘grijs’ een eindje verderop, brengen het temperatuurverloop op beide plekken in beeld, en dus het verschil tussen groen en grijs.
Een veelgestelde vraag, merkt Voogt naar aanleiding van dit verhaal op, is hoe dergelijke sensoren onzichtbaar ingebouwd kunnen worden in de openbare ruimte, zoals drukke winkelstraten. Kan een voorbijganger ze niet zomaar uit de grond plukken? Volgens Voogt niet: ‘Sensoren zoals deze zijn makkelijk weg te werken, bijvoorbeeld onder drainagedoppen of eindkappen. Die zitten vaak toch al rond stadse beplanting. Ingebouwd tussen de stenen zitten de sensoren daar veilig.’
Maar het gaat dus niet per se om die sensoren, benadrukt Voogt, terwijl hij op het scherm achter zich de ConnectedGreen-webapp opent: dáár gaat het om. Het dashboard lijkt op het eerste gezicht simpel. Eén ding springt eruit: de vuurrode achtergrond. ‘De achtergrondkleur is als een soort stoplicht gekoppeld aan het slechtst lopende project’, legt Voogt uit. ‘Groen staat voor goed, geel voor droog of nat, rood voor te droog of te nat. Zo heb je meteen een visueel overzicht van de stand van zaken.’ Het dashboard geeft dus al een interpretatie van de metingen. Voogt: ‘De sensoren zijn natuurlijk belangrijk en moeten goed functioneren, maar dit is uiteindelijk waar het om draait.’ Op het startscherm is een takenlijst te zien van alle projecten die er bij een gemeente, groenonderhouder of particulier lopen. ‘Wanneer er bij een van die projecten iets aan de hand is, genereert het systeem een alarm of taak. Staat er een plant te snakken naar water (lees: staat er een plant te droog), dan kleurt de taak rood.’ Het stoplicht springt pas weer op groen als de sensor meet dat de plant voldoende water gehad heeft. Zo kun je dus geen plant meer vergeten.
Hoe bepaal je of iets te nat of te droog is? ‘Dat is de black magic van ConnectedGreen’, grapt Voogt. ‘De app maakt hiervoor onder meer gebruik van inzichten uit de teelt.’ ConnectedGreen heeft toegang tot de digitale gegevens in de databases van boomkwekerij Van den Berk en Griffioen Vaste Planten. ‘De specifieke behoeften van de 2400 meest gebruikte vaste planten en bomen, zoals water- en lichtbehoefte, vorstgevoeligheid enzovoort, staan dus allemaal in het systeem’, vertelt Voogt. ‘Op basis van de combinatie van de plant en de grondsoort waarin de sensor wordt geplaatst, wordt bepaald wat “goed” (groen) en wat “slecht” (rood is).’
De keuze uit grondsoorten is een van de nieuwste functies van ConnectedGreen. Onlangs is er namelijk een rits nieuwe, in de aanleg veelgebruikte soorten aan het systeem toegevoegd. Voogt: ‘De grond is erg belangrijk voor de nauwkeurigheid van de metingen. Elke grondsoort is namelijk anders. Zo is de ene veel poreuzer dan de andere, dus wordt bijvoorbeeld water ook op een heel andere manier vastgehouden. Zand heeft heel wijde poriën en kan daardoor vochtigheid al vanaf een meting van twee procent aan een plant te geven. Daarom staat het “stoplicht” bij een watergehalte tussen de vier en acht procent op groen.’ Kijk je naar klei, dat veel kleinere poriën heeft dan zand, dan is het verhaal weer heel anders. Boven de tien procent wordt zand overigens weer té nat, en ook dat wil je vermijden. Teveel water gaat namelijk ten koste van het zuurstofgehalte in de grond. En als wortels geen adem kunnen halen, sterven ze af. ‘Vooral in de winter zien we dat planten en bomen vaak langdurig te nat staan’, voegt Voogt toe. ‘Daarom is het belangrijk het hele jaar door te meten.’
Wat het perfecte vochtgehalte voor elke grondsoort is, is bepaald aan de hand van analysen die ConnectedGreen in samenwerking met Eurofins Agro en sensorleverancier Sensoterra deed. Voogt: ‘We hebben van iedere grondsoort een monster van een aantal kilo’s genomen. Met een speciaal procedé hebben we vervolgens per grondsoort bepaald hoe de gemeten sensorwaarden zich verhouden tot het aanwezige bodemvocht in de verschillende monsters. Zo weten we van droge tot natte grond wat het waterpercentage is en wat de sensor daarbij aangeeft.’
Project ‘Spoorzone’ in de gemeente Tilburg. ConnectedGreen-sensoren monitoren de bomen en planten.
‘Alleen al het “ijken” van de tien grondsoorten die we nu hebben, heeft al zestig weken meetwerk gekost’, legt Voogt uit. Dat is het overigens wel waard, benadrukt hij. ‘Als je dat als sensorleverancier namelijk niet doet, zeggen je metingen niks.’ Dat is echt geen stoerdoenerij, belooft Voogt. ‘We zien bij veel leveranciers dat hun sensor geen ijking heeft of slechts twee of drie grondsoorten ondersteunt. Maar er is natuurlijk veel meer dan alleen zandgrond en klei.’
Tien geijkte grondsoorten is een flink aantal. Toch kan de grond waarin de sensor komt te staan net even anders zijn dan dat tiental. In dat geval kun je als gebruiker het percentage eenvoudig handmatig aanpassen. ‘Stel, de sensor staat op 8 procent bij bomengrond en geeft aan dat de grond droog is. Maar als je de grond voelt, merk je dat dat niet het geval is. Dan kun je dat in het systeem handmatig bijstellen.’ Die optie is essentieel, benadrukt Voogt. ‘Niet alle bomengrond is immers hetzelfde. En duizend verschillende grondsoorten in het systeem zetten, is natuurlijk ook geen optie. Je kunt dus op basis van waarneming zelf met de hand bijstellen.’
Ook is er een nieuwe module voor gebruikersbeheer beschikbaar, waarmee klanten zelf kunnen bepalen met wie ze de sensorgegevens delen. ‘Er zijn verschillende types gebruikers’, vertelt Voogt. ‘Sommigen kunnen bij de instellingen, anderen kunnen de projecten alleen bekijken. Dat is essentieel bij samenwerkingen. Stel, een gemeente heeft een aantal sensoren geplaatst. De groenvoorziener mag meekijken, maar mag niet aan de knoppen gaan draaien. Omgekeerd geldt natuurlijk hetzelfde.’
Het systeem is naar ieders wens aan te passen. ‘Iemand die dicht bij een project zit of verantwoordelijk is voor het watergeven, moet natuurlijk alle meldingen binnenkrijgen. Aan de andere kant heeft een projectleider voldoende aan de rode (kritieke) meldingen.’ Voor kritieke situaties kan hij bijvoorbeeld instellen dat hij direct een e-mail krijgt met informatie over hoe, wat en waar. Hierbij komt ook de compatibiliteit van ConnectedGreen naar voren: open je die e-mail, dan opent automatisch de ConnectedGreen-webapp.
Ook de koppelmodule is nieuw, vertelt Voogt. ‘We zien dat gemeenten die al een reeks systemen hebben opgezet, veel waarde hechten aan het koppelen van die systemen. Vaak heb je in steden een smart city-achtige assetmanagement-omgeving, waarin meerdere elementen worden bijgehouden. Als je die kunt koppelen, kan de gemeente de informatie van de sensoren aan haar boombeheerpakket hangen. Dan weet men bij de gemeente vanuit het al aanwezige groenbestand bijvoorbeeld welke bomen er droog staan.’
‘Als een gemeente een aantal sensoren heeft geplaatst en een groenvoorziener heeft dat in die gemeente ook gedaan, dan kunnen beide partijen met ConnectedGreen alle gegevens inzien met dezelfde inlog.’ Dat kan echter alleen als de sensorleveranciers meewerken, vult Voogt aan. ‘Als de sensorleveranciers de gegevens niet willen koppelen, hou je voor elke sensor een aparte login, wat voor de klant natuurlijk niet prettig werkt.’
ConnectedGreen op de Groene Sector Vakbeurs in Hardenberg
Dat is onhandig en onnodig, vindt Voogt. ‘Dat is een van de redenen dat we sensor-onafhankelijk willen zijn. Als er partijen zijn met andere sensoren, voegen we die graag toe aan het systeem. Dat is echt een verbreding.’ In de praktijk zijn sommige sensorleverancier nog wat terughoudend. Jammer, want hoe meer sensoren ConnectedGreen voor zijn team heeft spelen, hoe meer de focus kan liggen op wat je met de gegevens doet. ‘Je sensor is eigenlijk een hygiënefactor. Hij moet goed zijn. Hij moet bijvoorbeeld in weer en wind buiten kunnen staan, het liefst ook begraven kunnen worden en niet corroderen. De sensoruiteinden moeten na twee jaar nog net zo goed zijn; anders gaat ook de kwaliteit van de metingen achteruit.’
Ook moet het niet nodig zijn om de accu’s elk half jaar te vervangen, zeker niet op afgelegen locaties. Dat kost allemaal extra mankracht, werk en tijd, en dat wil ConnectedGreen met het platform juist voorkomen.
Het is best moeilijk om dit soort hardware goed te maken, geeft Voogt toe. En heel soms valt er weleens een sensor uit: ‘Die wordt natuurlijk direct vervangen, maar het blijft vervelend.’ Aan die kinderziektes ontkom je niet, volgens Voogt. ‘Een nieuwe techniek is nooit meteen helemaal foutloos.’ De meest verkochte sensoren van ConnectedGreen worden overigens wel elk jaar beter. ‘De klant ziet dat niet, maar jaarlijks worden er nieuwe elementen aan de sensoren toegevoegd. Zo komt er dit voorjaar een update voor zowel de antenne als de batterij en de besturing (de firmware).’ Die aanpassingen zijn gedaan op basis van de resultaten van de voorgangers, die al meer dan twee jaar in het veld staan te meten. ‘De updates zijn gebaseerd op ervaringen’, besluit Voogt. ‘Daarmee worden deze sensoren nog beter, en dus ook de metingen.’
Dat ConnectedGreen goed bezig is, bleek ook vorig jaar toen René Voogt op de Vakbeurs Klimaat met onze Gouden Gieter voor het Beste Product naar huis ging. Deze wedstrijd werd in 2019 in het leven geroepen om de beste praktische oplossingen te vinden tegen de gevolgen van klimaatverandering. De leden van de vakjury, onder wie Egbert Roozen, directeur van de VHG, Ben van Ooijen, directeur en eigenaar van de Tuinen van Appeltern en tv-tuinman Lodewijk Hoekstra, oprichter van NL Greenlabel, waren onder de indruk van de manier waarop de slimme, moderne technieken van ConnectedGreen toch eenvoudig toegepast kunnen worden door groenvoorzieners en opdrachtgevers.
Egbert Roozen: ‘Slimme technologie doet zijn intrede in de hoveniersbranche. Robotmaaiers worden steeds meer toegepast en inmiddels komen er steeds meer technieken met app en domotica op de markt. ConnectedGreen biedt ook zo’n mooie slimme oplossing. Sensoren in de tuin bewaken de watergift; daardoor zijn er minder projectbezoeken en minder inboet nodig. Wat mij betreft, gaan we groen en slimme techniek in de toekomst nog meer met elkaar verbinden.’
Ben van Ooijen: ‘Het is een reeds bestaand systeem dat zijn gelijk inmiddels heeft bewezen. Inzicht in de waterbehoefte en verbetering van de groeiplaats om de watergift te bevorderen, zijn zaken die direct tot besparingen leiden, op water, maar ook op tijd. Tuinbezitters, maar ook veel onderhoudsmensen en parkbeheerders hebben geen idee wat hun beplanting nu eigenlijk nodig heeft.’
Lodewijk Hoekstra: ‘Wat me heel erg aanspreekt, is de manier waarop ConnectedGreen met moderne technieken eenvoudig inzicht geeft in de gesteldheid van de bodem. Dit resulteert in een adequater beheer, waardoor onder meer water en energie worden bespaard en de professional beter kan inspelen op zaken als klimaatverandering.’
Bron: Stad+Groen
In de bodem zitten poriën. De grootte van die poriën kan verschillen, van grote poriën in zand tot hele kleine in klei. Dat is nuttig, want door deze eigenschap kan de bodem onze bomen en planten van vocht en zuurstof voorzien.
Als de grond echter te ver uitdroogt, zit er zoveel lucht in de poriën, dat deze zich eerst weer moeten volzuigen voordat de grond in staat is om beter vocht vast te houden – en beschikbaar te hebben voor opname door planten en bomen. Bij uitgedroogde grond gebeurt dit normaalgesproken in de winter als er minder verdamping is en meer regen.
Door ineens grote hoeveelheden water te geven, heeft uitgedroogde grond onvoldoende tijd om het water op te nemen. Dit is vergelijkbaar met een droge spons of zeem die je onder water probeert te duwen; deze komt gewoon weer bovendrijven, om zich vervolgens geleidelijk vol te zuigen met water. Het werkt dus betere om een droge spons wat langer in een emmer water te leggen, dan het water er ineens overheen te gooien.
Het effect van een grote watergift is zeer beperkt voor de langere termijn
Monitoring helpt om een beeld te krijgen van de uitspoeling. Hoe ‘steiler’ de piek op de vochtgrafiek, hoe meer uitspoeling plaatsvindt. Door hier goed naar te kijken is het mogelijk de optimale hoeveelheid water te vinden om het gemiddelde vochtpercentage op peil te houden. Uit de praktijk blijkt dat dit tot wel 70% van de hoeveelheid water kan schelen. In een middelgrote gemeente kan dat al snel enkele honderdduizenden liters per seizoen schelen.
Kleinere, meer frequente watergiften hebben een veel langduriger effect
De Gouden Gieter voor het beste product werd in ontvangst genomen door René Voogt van ConnectedGreen. ConnectedGreen helpt groenvoorzieners en opdrachtgevers om te besparen op watergift, projectbezoeken en inboet. Het systeem werkt met draadloze sensoren die op strategische plekken onzichtbaar in groenprojecten worden weggewerkt. Deze sensoren zijn verkrijgbaar in verschillende lengtes zodat het bodemvocht altijd wordt gemeten op worteldiepte.
Binnen ConnectedGreen worden projecten aangemaakt (bijvoorbeeld per groenproject, straat/plein of wijk), die worden verdeeld in verschillende indicatiebomen, -bakken of -vakken met een sensor. De sensoren worden ingesteld op basis van de combinatie van grondsoort en boom/plantsoort. Zowel medewerkers van de opdrachtgever als medewerkers van de groenvoorziener meekijken kunnen met de gegevens meekijken of alerts ontvangen. Dit geldt zowel voor te droge als te natte situaties. ConnectedGreen biedt naast de optimalisatie van watergift ook in inzichten die helpen bij het verbeteren van groeiplaatsen.
De drie finalisten in de categorie Beste Product: Sharell Hoogervorst van Greenmax, René Voogt van Connected Green en Henk Vlijm van Optigrün
Vakbladen De Hovenier en Stad+Groen gingen dit jaar voor het eerst op zoek naar vakmensen die creatieve, praktische oplossingen hebben bedacht voor alledaagse problemen die veroorzaakt worden door klimaatverandering. Alle inzendingen (link naar jurydocument) werden beoordeeld door een gerenommeerde vakjury, bestaande uit Hein van Iersel (hoofdredacteur De Hovenier en Stad+Groen), Lodewijk Hoekstra (tv-tuinman en oprichter NL Greenlabel), Egbert Roozen (directeur VHG), Dick Oosthoek (directeur Stichting Groenkeur), Ben van Ooijen (directeur/eigenaar De Tuinen van Appeltern) en Mathieu Gremmen (heemraad en loco-dijkgraaf van Waterschap Rivierenland). De winnaars werden na de bekendmaking door Lodewijk Hoekstra middels een vlog gefeliciteerd.
Bron: Stad+Groen
Meer weten
Maak gebruik van het formulier hiernaast en ontvang onze whitepaper. In de whitepaper vind je informatie over wat wij doen en hoe wij verschillende oplossingen aanbieden voor verschillende situaties.