Efficiënt waterbeheer in Beuningen dankzij monitoring met bodemvochtsensoren

In de zoektocht naar efficiënter en effectiever boombeheer hebben gemeenten een schat aan onbenut potentieel. Een inspirerend voorbeeld komt van Martijn en Mathieu van de gemeente Beuningen, die tijdens een interview met ons delen hoe zij dankzij het inzetten van bodemvochtsensoren en het monitoringsplatform van ConnectedGreen veel efficiënter en effectiever te werk gaan bij het beheren van groenvoorzieningen, vooral bomen.  

Auteur: Malon Gerrits & Interview: Mariëtte Schaap
Beuningen

De eerste stappen naar datagedreven groenbeheer

Martijn vertelt enthousiast over de eerste kennismaking met deze technologie: “We zijn eigenlijk op de Vakbeurs Openbare Ruimte, volgens mij in 2021, met ConnectedGreen in gesprek geraakt. Ik zie datagericht werken echt als de toekomst. ConnectedGreen is een hele mooie manier om met die sensoren een globaal beeld te krijgen van je toestand”. 

Dit verhaal kan inspirerend zijn voor andere gemeenten om meer datagedreven te gaan werken en daarbij na te denken over de toepassing van deze technologie. 

Start van een innovatieve reis

In het voorjaar van 2022 begon de gemeente Beuningen met vijf sensoren voor het monitoren van nieuwe aanplant. Al snel bleek dat dit niet voldoende was, en daarom volgden er later nog eens vijf. Deze tien sensoren staan verspreid over de hele gemeente, vooral op plekken met veel nieuwe aanplant.  

De sensoren staan verdeeld door de gehele gemeente zodat we een globaal beeld hebben van welke hoeken droog of juist niet droog zijn, met de gedachte dat je dus heel gericht water kunt geven” ― Martijn, gemeente Beuningen

Karmijn

Diverse bodemsoorten en hun uitdagingen

De gemeente Beuningen heeft een grote diversiteit in ondergronden, wat een unieke uitdaging vormt. “Omdat wij langs de rivier liggen, heb je stukken grond met zware klei, maar ook stukken met zand. We hebben met name te maken met hoogteverschil, waardoor bepaalde plekken het hele jaar door nat zijn, terwijl andere plekken heel droog zijn. Ook hebben we vaak te maken met grondwater en kwel dat omhoogkomt”, legt Martijn uit. 

“De bodemsoort heeft een enorme impact op hoe vocht wordt vastgehouden, dat is ook goed terug te zien in de sensoren“, vult Martijn aan. Deze variatie vereist een aanpak op maat. Het juist kalibreren van de sensoren is daarom essentieel. Om dit op de goede manier voor elkaar te krijgen, wordt de gemeente Beuningen hier ook bij geassisteerd door ConnectedGreen.  

Combinatie van technologie en gezond verstand

Dankzij de sensoren kan de gemeente aanzienlijk besparen op watergift en bomen beter verzorgen. “Deels draait het hier om geld, maar het is ook niet goed voor de boom om te vroeg of te laat water te geven. Met de sensoren kun je de watergift heel mooi aan zien komen en gericht water geven”, zegt Martijn. Desondanks benadrukt hij dat een combinatie van monitoring en persoonlijk bezoek noodzakelijk blijft. 

Mathieu legt uit: Een nadeel van de klei ten opzichte van zandgrond is dat de klei snel uitdroogt, dan loopt het water er doorheen. De klei gaat schuren, dus als je te laat bent met water geven, dan loopt het water er direct af of het loopt er dwars doorheen. Dus vandaar dat we ook wel buiten blijven kijken  

Eigenlijk gebruiken wij altijd een combinatie van beiden. Je houdt zelf het weer en de droogte ook in de gaten, maar de waardes zijn natuurlijk wel een mooie indicator. En als je dat combineert, dan kom je er vaak wel uit. Dus het is zeker een bruikbaar hulpmiddel” ― Mathieu, gemeente Beuningen

Watergift en gebruik van aannemers

De gemeente Beuningen besteedt de watergift uit aan een aannemer en roept bij hitte zelfs een extra aannemer op. Ze werken met twee ronden: een grote ronde voor alle jonge bomen en een kleinere ronde voor de allernieuwste aanplant. Welke ronde er wordt gereden, hangt af van de droogteperiode en wat de sensoren aangeven. ‘‘Mocht het dashboard aangeven dat het rondom de jongste aanplant echt kurk- en kurkdroog is, dan weet je dat de rest van de bomen ook water nodig hebben. Je probeert een boom van 2 of 3 jaar oud natuurlijk niet te veel water te geven, want je bent aan het afbouwen. Echter, als het zo droog is, dan is ook voor die boom een extra slok onmisbaar. Zeker vorig jaar hebben we dat wel eens gedaan, dan zag je gewoon dat de oudere bomen het ook lastiger kregen’’, legt Martijn uit.  

Niet alleen kunnen ze dankzij de sensoren doelgerichter water geven, ook kunnen zij de (extra) aannemer doelgerichter aansturen.  Tevens kan de gemeente op deze manier goed aantonen dat de watergift ook bij hitte niet zomaar gebeurt, maar datagedreven is.  

Het is wachten tot we vragen krijgen van bewoners als er een hittegolf is waarom wij wel mogen sproeien, terwijl de badjes in de tuin niet gevuld mogen worden” ― Martijn, gemeente Beuningen

Efficiëntie en gebruiksgemak van het dashboard

Het monitoren van de sensoren doet Martijn samen met Mathieu, meestal vanachter hun bureaus. Martijn kijkt wekelijks of soms zelfs dagelijks op het dashboard om trends te zien. “De trends kun je natuurlijk wel zien aankomen, vooral als de voorspelling is dat het de komende twee weken droog is en de grafiek er op dit moment nog goed uitziet. Daarbij is het mooi het herstel in zo’n grafiek terug te zien na een watergift. Maar ook hoe snel die dan weer terugloopt. Dat is gewoon ontzettend leuk en interessant om bij te houden”, vertelt hij.  

‘Het is daarnaast ook een mooi hulpmiddel bij hevig weer zoals stortbuien, hagelbuien of een lange periode van regen. Want je denkt al snel dat de bomen genoeg water hebben gehad en dat er geen problemen zijn. Maar juist als je dan net een droge periode ervoor hebt gehad en die klei is gescheurd, dan zie je eigenlijk een hele mooie piek en meteen weer een daling. Dan denk je misschien ik hoef de komende twee weken niks te doen, maar dan zie je toch wel dat die piek vrij snel fors afzakt of verdampt. En moet je alsnog een ronde doen’’, aldus Martijn. 

Door regelmatig de grafieken te bekijken, weten ze inmiddels precies wanneer de piek in waterbehoefte verwacht kan worden, wat zorgt voor tijdige en efficiënte watergift. Dit is niet alleen kosteneffectief, maar ook beter voor de bomen. 

Toekomstvisie en uitbreiding van sensorgebruik

Martijn ziet nog veel potentie voor uitbreiding van het gebruik van sensoren, niet alleen bij bomen maar ook bij beplanting en bloembakken: “Op dit moment doen we dat nog niet, maar het zou een leuke proef zijn om het daar ook voor te gaan gebruiken”. 

Praktische inzet en gebruikersgemak

Het gebruik van de sensoren en het dashboard wordt door de gemeente Beuningen als zeer praktisch en gebruiksvriendelijk ervaren. Zowel voor binnen als buiten op een tablet. “Je moet er een keer goed voor gaan zitten om de medewerkers het te leren, daarna kost het eigenlijk geen moeite meer”, aldus Mathieu.  

Een kind kan de was doen― Martijn, gemeente Beuningen

Een recente toevoeging is de mogelijkheid om foto’s van de sensorlocaties in de applicatie op te nemen, wat helpt bij het terugvinden van sensoren en overdracht van kennis binnen het team.  

Conclusie

De gemeente Beuningen laat zien dat een datagedreven aanpak in het beheer van groenvoorzieningen niet alleen efficiëntie en kostenbesparingen oplevert, maar ook bijdraagt aan de gezondheid en groei van bomen. Door gericht en op het juiste moment water te geven, wordt niet alleen water bespaard, maar ook de vitaliteit van de bomen gewaarborgd. Graag danken we Martijn en Mathieu voor het goede gesprek en hun waardevolle inzichten. En we hopen dat hun verhaal andere gemeenten inspireert om ook meer datagedreven te gaan werken en gebruik te maken van innovatieve technologieën zoals ConnectedGreen. 

Een succesverhaal van gemeente Den Haag

De gemeente Den Haag maakt al enige jaren gebruik van ConnectedGreen en heeft aanzienlijke resultaten geboekt op het gebied van waterbesparing in stedelijk groenbeheer. Zo hebben zij de rondes die ze reden van 8 dagen kunnen verminderen naar 6 dagen en besparen ze ook nog eens meer water. We spraken Marco van Tol over de ontwikkelingen binnen gemeente Den Haag en hoe zij nauw samenwerken met ConnectedGreen om de software nog beter te maken.

Auteur: Naomi Kemerink
pro-q4GSK3Q6

Hoe gaat gemeente Den Haag te werk?

Binnen ons groenbedrijf onderscheiden we twee belangrijke takken. Enerzijds hebben we een groencentrum dat zich focust op bloembakken. We beheren in totaal 1800 van deze bloembakken, die allemaal van water moeten worden voorzien.

Anderzijds hebben we een tak die zich richt op het welzijn van de bomen, waardoor de uitval van bomen wordt verminderd. Voormannen zijn verantwoordelijk voor het controleren en bewateren van deze bomen.

Om het bewateringsproces te monitoren, gebruiken we rond de 150 sensoren voor de bloembakken. Elk van deze sensoren vertegenwoordigt een straat waar meerdere bloembakken staan. Voor de bomen gebruiken we de sensoren op projectbasis.

Hoe heeft ConnectedGreen geholpen bij het optimaliseren van de waterbesparing in stedelijk groenbeheer?

Enkele jaren geleden zijn we gestart met een test waarbij we enkele sensoren plaatsten. Een paar weken na installatie merkten we echter dat er iets niet klopte. Sommige gebieden waren veel te droog, terwijl andere juist te nat waren. We twijfelden of dit daadwerkelijk het geval was of dat er wellicht problemen waren met de sensor, zoals een verkeerde plaatsing of een verstopping die de over bewatering veroorzaakte. Echter, bleek dat de gebieden wel degelijk te droog of te nat waren, dit konden we perfect terugzien in het platform. We kregen direct ondersteuning en hebben daarna besloten meer sensoren aan te schaffen.

20230816_153338

Kan je een voorbeeld noemen van een situatie waarin ConnectedGreen heeft bijgedragen aan verbetering in de groenprojecten?

Toen we de sensoren voor het eerst in het centrum introduceerden, begonnen we met een proef die ons goed beviel. Het daaropvolgende seizoen plaatsten we sensoren door het hele centrum. Door het effectieve gebruik van de sensoren konden we onze bewateringsroutine optimaliseren, wat resulteerde in een tijdbesparing van maar liefst twee dagen: van acht naar zes werkdagen. Dit leidde tot aanzienlijke besparingen en een gezonder stadsbeeld met minder plantuitval. In hete periodes zorgt de sensor-aanpak voor rust binnen ons team. Waar hoge temperaturen voorheen stress veroorzaakten, biedt ConnectedGreen nu direct inzicht en controle over de waterbehoefte. Hierdoor gebruiken we het water efficiënter en kunnen we proactief handelen.

Hoe is de samenwerking met ConnectedGreen?

Onze samenwerking met ConnectedGreen verloopt uitstekend. Ze beschouwen ons als een waardevolle bron van feedback, mede omdat we een van hun grootste klanten zijn wat betreft datagebruik in vergelijking met hun andere klanten. We hebben specifieke wensen en behoeften waardoor wij verbeterpunten en optimalisaties aandragen. Het is fijn om te zien dat enkele van onze suggesties al zijn toegepast. We zijn momenteel bezig met het implementeren van een digitale kaart waar alle sensoren op zichtbaar zijn. Dit maakt het bepalen van de route voor onze voormannen een stuk gemakkelijker. Dat ConnectedGreen direct inspringt op onze behoeften en hier diepgaand over nadenkt, ervaren wij als zeer positief.

20230816_151250

Welke verschillende tests voeren jullie uit met de sensoren?

We hebben tests uitgevoerd in verschillende straten. Een speciaal aandachtspunt zijn de ondergrondse buffers. We willen sensoren installeren om te monitoren wanneer een buffer leeg raakt. Gedurende het jaar kijken we naar de waterhuishouding op dieptes van 60cm, 30cm en 15cm. We hebben opgemerkt dat er onderin vaak sprake is van over bewatering, terwijl het aan de oppervlakte te droog kan zijn.

Daarnaast zijn we bezig met experimenten in bloembakken waarin we turfvrije grondmengsels testen. Deze tests zijn ingegeven door onze wens om duurzamer te werken en onze uitstoot te verminderen. Vooralsnog merken we dat, qua vochthuishouding, deze grondmengsels vergelijkbaar zijn met de traditionele grond. Echter, het gewas lijkt er niet positief op te reageren. Dit koppelen we dan ook terug aan onze opdrachtgever.

Zou je ConnectedGreen aanbevelen aan andere groenvoorzieners?

Bij bezoeken aan kwekerijen in het land deel ik onze positieve ervaringen met de sensoren. Hoewel het belangrijk is om niet volledig op de sensoren te vertrouwen, vormen ze een uitstekende aanvulling op ons werk. Het is essentieel om zelf regelmatig te controleren, maar na meerdere bevestigingen van de data ben ik uiterst positief.

Terwijl de metrologische zomer al begonnen is, staat de astrologische zomer voor de deur. Over twee weken bereikt de aarde haar meest noordelijke positie en staat de zon loodrecht boven de Kreeftskeerkring. Dus, liggen de hitteprotocollen ondanks de natte lente al klaar, waarbij natuurlijke verkoeling door groene oplossingen essentieel zal zijn voor stedelijke gebieden en privétuinen.

 

Auteur: Malon Gerrits

Toch zou het, volgens Noï Boesten (IVN-projectleider Natuur in de buurt), fijn zijn als we eens wat verder kijken dan alleen kortetermijnoplossingen. Veel tuinen zijn momenteel volledig betegeld en bieden een schaduw. Op tropische dagen functioneren deze tuinen als ovens. Dit geldt ook voor veel stedelijke gebieden en bedrijventerreinen waar groen en dus natuurlijke verkoeling schaars zijn.

Het probleem van hittestress neemt toe, aangezien warme periodes vaker voorkomen. Hittestress kan zelfs leiden tot sterfgevallen, vooral onder kwetsbare mensen. Gemeenten, ontwikkelaars en bouwbedrijven kunnen helpen bij het bestrijden van hittestress door de buitenruimte hittebestendig in te richten. Een werkgroep van OSKA (Overleg Standaarden Klimaatadaptatie) heeft onderzocht welke behoeften er zijn om kennis en inzichten over hitte in de buitenruimte te integreren in standaarden, en doet op basis daarvan enkele aanbevelingen. IVN Natuureducatie benadrukt ook dat er nog veel kansen liggen om te investeren in groene oplossingen voor natuurlijke verkoeling en de gezondheid van iedereen.

De overmatige bestrating verstoort het natuurlijke evenwicht. Bij hevige neerslag wordt het water op deze plaatsen alleen maar afgevoerd naar het riool, wat onnatuurlijk is. Groen fungeert als een spons, het absorbeert water, wat essentieel is voor een gezonde bodem en het bieden van verkoeling. Op een tropische dag is het ondraaglijk om met blote voeten op een betegeld terras te lopen. Voel het verschil maar eens met de aarde.

 

Een verkoelend effect

De natuur heeft een verkoelend effect. In bossen en parken met veel bomen en schaduw is het zelfs bij hoge temperaturen aangenaam. Zou je dat niet overal willen hebben? Voor mensen die op bedrijventerreinen werken, zou het veel gezonder zijn als ze daar ook in het groen kunnen wandelen. Hetzelfde geldt voor binnensteden, waar het op zulke dagen maar liefst 15 graden warmer is dan in het bos. In plaats van overal airconditioners aan te zetten, zou er juist meer geïnvesteerd moeten worden in bomen, groene tuinen, groene gevels en groene daken. Deze bieden ook natuurlijke verkoeling. Bovendien tonen meerdere wetenschappelijke onderzoeken aan dat groen een positief effect heeft op onze gezondheid en welzijn, en bieden ze huisvesting en voedsel aan vogels, bijen en insecten in Nederland.

‘‘Eén boom werkt als 10 airco’s en verbruikt geen stroom’’ – Noï Boesten

Een waterton

Inmiddels zou iedereen met een tuin anno 2023 over een waterton moeten beschikken. Het is zonde dat regenwater, dat op andere momenten valt, rechtstreeks in het riool verdwijnt, terwijl we het op warme dagen zo hard nodig hebben. Voor degenen die zich zorgen maken over de veranderingen in het klimaat, is het aanschaffen van een regenton wellicht een eenvoudige eerste stap. Vooral afgelopen lente bleek een waterton erg handig te zijn. De lente van 2023 eindigde namelijk op de 4e plaats. “Dit jaar is als vierde geëindigd in het rijtje natste lentes in Nederland.” Dat zie je ook aan de natuur. “Die staat er fris en groen bij”, zegt Marjon de Hond van Buienradar. Nu wachten we op de eerste officiële landelijke zomerse dag, waarop het in De Bilt 25 graden zal zijn.

 

Een gestandaardiseerd proces voor hittemaatregelen

Een belangrijke aanbeveling van OSKA is om een gestandaardiseerd proces te ontwikkelen voor hittemaatregelen, zowel voor nieuwbouw als bestaande bouw. Gemeenten, ontwikkelaars en bouwbedrijven kunnen deze standaard gebruiken.

Landelijke richtlijnen zouden als minimumnorm moeten gelden, zoals de landelijke maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving die momenteel wordt ontwikkeld.

Lokale partijen kunnen deze richtlijnen verder aanscherpen.

Er zou ook een standaard moeten komen voor het ontwerpproces van een project, waarbij groene maatregelen de eerste keuze zijn.

Verder zouden er uniforme afspraken moeten komen over de berekening van de effectiviteit van hittemaatregelen en kwaliteitseisen. Tegelijkertijd moet deze standaard ook ontwerpers aanspreken, zodat ze kunnen zien hoe effectief de verschillende maatregelen en richtlijnen zijn.

Ook burgerparticipatie moet een rol spelen in de standaard, omdat betrokkenheid van bewoners een positief effect heeft op de uiteindelijke uitvoering, acceptatie en het gebruik van de maatregelen in de buitenruimte.

 

Aan de slag

Op dit moment werkt een actieteam van OSKA aan de uitvoering van deze aanbevelingen. Dit team zal ook de resultaten meenemen van een WUR-onderzoek naar koelte in de buitenruimte. Daarnaast heeft IVN veel concepten ontwikkeld om tuinen te vergroenen of water te creëren in je tuin. IVN heeft alle ingrediënten in huis om de steeds vaker voorkomende tropische dagen het hoofd te bieden. Nu is het tijd dat iedereen actie onderneemt en begint met de eerste stap: de waterton.

 

Grip op kostbaar water

Naast de individuele acties die iedereen thuis onderneemt, is het ook aan gemeenten en groenvoorzieners om actie te ondernemen. Hierdoor kan er veel water en CO2-uitstoot bespaard worden tijdens projectbezoeken, zoals de gemeente Den Haag heeft opgemerkt. De watergift vereist nauwkeurigheid; te weinig water is niet goed, maar te veel ook niet. “Vroeger namen we het zekere voor het onzekere om droogtestress te voorkomen”, vertelt Marco van Tol, coördinator van het gemeentelijke Groencentrum.

“Als het warm werd, wilde men overal snel water geven. Dat ging ten koste van de nauwkeurigheid. Planten kregen dan soms te kort water, maar op de warme dagen soms ook te lang.’’

Tegenwoordig krijgt elke plantenbak precies de berekende hoeveelheid water. Het Haagse gemeentelijke Groencentrum houdt zijn 1800 plantenbakken namelijk digitaal in de gaten.

Door vochtmetingen met sensoren kan nauwkeurig worden bepaald waar en wanneer water nodig is. “Als resultaat geven we nu minder water, wat aanzienlijke tijdsbesparingen oplevert. Elke ronde die vroeger acht werkdagen duurde, kan nu in zes dagen. Dezelfde medewerkers kunnen nu meer werk doen en de voertuigen maken minder kilometers, dus tegelijkertijd verkleinen we onze CO2-voetafdruk”, legt Marco uit. De planten zien er volgens hem beter uit sinds de watergift beter gereguleerd is. “De kwaliteit is constanter en er is bijna geen uitval.” Niet alleen de planten, maar ook de medewerkers ervaren minder stress. “Win-win dus.”

Het Haagse gemeentelijke Groencentrum houdt zijn 1800 plantenbakken buiten digitaal in de gaten. Dankzij meting met vochtsensoren voor waterbeheer is heel precies te zien waar en wanneer ergens water bij moet.

Auteur: Malon Gerrits

Digitaal platform helpt Den Haag 'zomerklaar' maken

Het jaarlijks plaatsen van honderden bakken met bolbloemen, geraniums en andere seizoensplanten verspreid door Den Haag, is een grote en goed geoliede logistieke operatie. Het Groencentrum is daarvan het epicentrum. De plantenbakken worden op het eigen kwekerijterrein gereedgemaakt. Het begint in het vroege voorjaar met bolbloemen van diverse soorten, om een zo lang mogelijke bloeiperiode te krijgen. Als deze voorbij is, worden ze opgehaald. Tijdens dezelfde ronde plaatst de gemeente dan in één moeite door nieuwe bakken met andere planten die aansluitend bloeien.

Vijf jaar geleden was Den Haag een van de eerste gebruikers van een systeem van ConnectedGreen dat met vochtsensoren voor waterbeheer het vochtgehalte in de plantenbakken bijhoudt. ‘We kunnen zo veel preciezer water geven’, zegt Marco van Tol, coördinator van het gemeentelijke Groencentrum. ‘Drie jaar geleden zijn we het ook gaan gebruiken bij bomen.’

De sensoren worden aangesloten op het bijbehorende digitale systeem. Vooral dit ‘platform’ is de specialiteit in het concept, zo onderstreept leverancier ConnectedGreen. Het kan werken met allerlei sensoren.

‘‘Vroeger namen we het zekere voor het onzekere om droogtestress te voorkomen.’’Marco van Tol, Coördinator Groencentrum

Kleine grondbuffer

Bij bloembakken luistert de watergift het nauwkeurigst, omdat er maar een kleine grondbuffer is. ‘Als je te laat bent met water geven, is de grond al uitgedroogd. Eigenlijk is het dan ook meteen klaar, want het watervasthoudend vermogen is dan verdwenen en dat moeilijk terug te krijgen’, legt Marco uit. ‘Dankzij de vochtsensoren voor waterbeheer kunnen we droogte tijdig detecteren en proactief handelen door extra water te geven voordat de situatie kritiek wordt.’

Te weinig water is niet goed, te veel ook niet. ‘Vroeger namen we het zekere voor het onzekere om droogtestress te voorkomen. Het risico dat de planten lang te natte voeten houden, is in de bakken relatief klein, omdat die een overloop hebben. Als we in het systeem langer een hoog vochtgehalte zien, betekent dit waarschijnlijk dat de afvoer verstopt zit. Dat gebeurt een enkele keer.’

De planten staan er naar zijn zeggen mooier bij sinds de watergift beter is gereguleerd. ‘De kwaliteit is constanter en er is vrijwel geen uitval.’ Net als de planten blijken ook de medewerkers van stress bevrijd. ‘Als het warm werd, wilde men overal snel water geven. Dat ging ten koste van de nauwkeurigheid. Planten kregen dan soms te kort water, maar soms ook te lang. Nu krijgt elke bak precies het berekende aantal liters. Per saldo zijn we minder water gaan geven, wat een flinke tijdsbesparing oplevert. Een ronde die vroeger acht werkdagen duurde, kan nu in zes. Dezelfde mensen kunnen zo meer werk doen en de voertuigen maken minder kilometers.’

‘‘De planten staan er beter bij. De kwaliteit is constanter en er is vrijwel geen uitval.’’Marco van Tol, Coördinator Groencentrum

Logistiek

Het Groencentrum is centraal gelegen op de grens van Den Haag en Scheveningen en stond vroeger bekend als de gemeentekwekerij. Toen kweekte de gemeente veel planten nog zelf. Tegenwoordig worden alle planten ingekocht. Ze worden hier verzameld en gereedgemaakt voor de ploegen die ze uiteindelijk gaan planten. Het planten en onderhouden ervan is de taak van het Groencentrum, net als het plaatsen en beheren. ‘Het is nu veel meer een logistiek centrum dan een kwekerij.’

Het twee hectare grote terrein is bestemd voor groen dat wacht op een definitieve bestemming: van bomen die er tijdelijk zijn opgeplant tot jonge heesters, vaste planten en eenjarigen. In een speciale, wat extra verwarmde afdeling in de kas staan warmteminnende planten die in de winter binnen moeten staan, zoals palmbomen. De rest van de kas wordt alleen vorstvrij gehouden. De palmbomen waren een cadeautje van de winkeliersvereniging in Scheveningen, om de badplaats een tropisch tintje te geven. Ze vinden dit voorjaar hun weg naar buiten. ‘Een vochtsensor in een van de bakken, een beetje grond erover en klaar zijn ze.’

Medewerkers zijn in de kas bezig 480 hangbakken te vullen met eenjarige bloeiers, zoals geraniums. Die zullen eerst een maand opgroeien in de kas, beschut tegen de vroege voorjaarskou. Den Haag zet met deze hangbakken al vroeg de bloemetjes buiten, als eerste in het centrumgebied. Zo kunnen ze bijdragen aan de feestvreugde op Koningsdag. ‘Na Koningsdag hangen we de bakken in de andere de wijken op. Vervolgens komen de brugbakken aan de beurt en daarna volgen de schalen en piramides.’

Batterij

Eén vochtsensor volstaat voor meerdere bakken op één locatie die vergelijkbaar zijn qua beplanting. Met ongeveer 160 sensoren is de situatie te volgen voor alle 1800 bakken. Het vochtgehalte op de meetlocaties is op een computerscherm of via een app op de telefoon af te lezen.

Het systeem blijft in ontwikkeling en wordt uitgebreid. Zo kwam de app erbij en komt er een kaart met alle locaties erop. ‘Zo kun je routes efficiënt plannen. Als de mensen op de waterwagen een locatie op de kaart aantikken, zien ze meteen hoeveel water ze moeten geven’, zo blikt Van Tol vooruit. ‘Licht een locatie op de kaart oranje of rood op, dan weten ze dat ze daar eerst naartoe moeten.’

Ook de vochtsensoren voor waterbeheer zelf blijven in ontwikkeling. De batterijen werden verbeterd, waardoor ze langer meegaan. ‘Vaak langer dan we denken. Wellicht wordt het niveau van de batterijen te zijner tijd ook zichtbaar in het systeem. Dan hoeven we ze niet meer preventief te vervangen en blijven we ze gebruiken tot ze echt leeg zijn.’

Het vergroenen van steden wordt steeds belangrijker en is vrijwel onmisbaar. Daarom staat vergroening van steden dan ook bij veel overheden op de agenda. Toch zorgt het veranderende klimaat dat het beheer hiervan moeilijk is. Ook gemeente Oldenzaal kwam hierachter. Want wat als je de planning en de routes van je watergift zou kunnen bepalen op basis van de daadwerkelijk gemeten vochtwaarde in de grond? Met die vraag kwamen ze bij ons terecht. Daarna werd een pilot gestart en werd ons monitoringplatform gekoppeld aan Obsurv, het beheersysteem van de gemeente. Meetdata wordt dus steeds belangrijker.

Auteur: Isabelle Horneman

Groen beheersbaar houden

Het is lastig om te bepalen wanneer er water gegeven moet worden aan je groenprojecten. Want wanneer moet je water geven? Meteen water geven of kan het nog even wachten? Een constante twijfel die in Oldenzaal steeds plaatsvond. En terecht natuurlijk; je wilt niet dat je te weinig water geeft, maar natuurlijk ook niet te veel. Het gebruik van sensoren is daarom een perfecte oplossing. Door het monitoren van je groenprojecten kan je namelijk inboet en watergift verminderen én kan je efficiënte routes inplannen waardoor je ook kosten bespaart.

Koppelen aan een bestaand systeem

Naast dat het platform van ConnectedGreen het bodemvochtgehalte meet, kan het ook gekoppeld worden aan bestaande systemen. Zo hoeven er geen drastische veranderingen plaats te vinden binnen de bestaande beheersystemen. Echter wil je voordat de koppeling met andere beheersystemen gerealiseerd wordt dat er begrip ontstaat en dat de data en applicatie-expertise samenkomt met de ervaring en locatiekennis van je projectbeheerders. Zodra dat het geval is kun je de sensordata gaan integreren in het werkproces. Met behulp van een open koppeling konden wij bijvoorbeeld bij de gemeente Oldenzaal inhaken, zodat onze data in het eigen beheersysteem zichtbaar was.

Door middel van een API hebben we het platform van Connected Green aan ons beheersysteem gekoppeld. Daardoor kunnen we gewoon in Obsurv zien wanneer de grond rondom onze sensoren te droog wordt.”, vertelt Erik Leuverink, adviseur geo-informatie bij gemeente Oldenzaal. Kijkend naar de toekomst zal dat steeds belangrijker worden, verwacht hij. “Want we zullen hoe dan ook moeten leren inspelen op de veranderende omstandigheden. Ook als dit soort droogte de regel wordt. Maar als we gebruikmaken van meetdata, dan weten we beter waarover we het hebben. En dat leidt dat op termijn misschien ook tot andere keuzes. Andere planten, misschien voorzieningen voor wateropvang, of andere bodembedekkers.

Gemeente Den Haag is een voorbeeld van een klant die al langer met het platform van ConnectedGreen werkt. Tijdens de droogte van de afgelopen zomer, zagen zij regelmatig dat bepaalde bomen al in het rood stonden terwijl die bomen pas later aan de beurt zouden komen. Op basis van die informatie konden zij op dagelijkse basis hun route een beetje aanpassen en die bomen alvast water geven zodat er geen schade ontstond. Dit is een mooi voorbeeld van hoeveel waarde het werken met sensoren en dus de meetdata heeft. Zeker met zicht op de toekomst en alle klimaatveranderingen die er nog gaan komen, is het goed om hierop voorbereid te zijn.

Pilotfase

Zit jij nou ook met bepaalde vraagstukken en denk je aan het werken met sensoren binnen jouw groenprojecten? Dan kan je altijd contact opnemen met één van onze collega’s van ConnectedGreen. Of vraag een whitepaper aan.

Slim waterbeheer voor de stad

Den Haag, bekend om haar prachtige duinen, parken en landgoederen, zet geavanceerde technologie in voor slim waterbeheer. De straten, lanen en natuurgebieden in Den Haag kleuren groen dankzij haar bomen en planten. Echter, natuur in de stad is kwetsbaar. De gemeente doet verschillende dingen om de natuur in de stad te beschermen, verzorgen en onderhouden. Niet alleen krijgen bomen en planten regelmatig een snoeibeurt, ook worden ze geregeld bewaterd. Met name nieuwe aanplant wordt goed verzorgd, waarbij slim waterbeheer een cruciale rol speelt. Want een stad met veel verschillende planten en dieren is een gezonde en aantrekkelijke stad. Lees hoe de gemeente de Haagse natuur in het centrum beschermt en versterkt met slimme sensoren en een online dashboard.

Auteur: Malon Gerrits

Een stad vol kleur

Naast het groen van de verschillende bomen, kleuren vele bloembakken de stad gezellig bont. Van petunia-achtige planten en geraniums tot witte anjers, Indisch riet en veel meer. Je vindt ze in de verschillende bakken verdeeld door de stad. Deze bakken bieden uitkomst voor het ruimtegebrek in het centrum van de stad. Per seizoen vind je er andere bloemen en planten. Zo ziet het centrum er het hele jaar door prachtig fleurig uit.

Omgaan met droogte (en stortbuien)

De bomen en planten worden gedurende het hele jaar goed onderhouden en verzorgd. Vaste routes helpen de beheerders om de bloemen, bomen en planten te voorzien van water. Met name in deze hitte lusten deze groeneslurpers wel een extra slok.

Maar het watertekort en de verschillende hitteplannen maken het er niet makkelijker op. Dit moet anders, slimmer en efficiënter. Zo vindt ook Marco van Tol, Coördinator van Groencentrum. Oneindig veel rondes rijden met watertanks, geen zicht hebben op het feit of de bomen en planten juist te droog of te nat staan en domweg watergeven omdat dat nu eenmaal de ‘taak’ van vandaag is, zijn verleden tijd.

Zo wordt het traditionele water geven steeds meer vervangen door slim waterbeheer: Bodemvochtsensoren van ConnectedGreen maken namelijk plaatst om slimmer en efficiënter te werken. Maar bovenal duurzamer! 

Slim waterbeheer geeft rust, tijd, tevredenheid en tegelijkertijd minder kosten

Zo’n vier jaar geleden is Marco begonnen met het monitoren van bodemvocht met draadloze sensoren. Een pilot van tien sensoren leverde als snel veel interessante data. De pilot was zelfs zo geslaagd dat de bodemvochtsensoren een jaar later al niet meer waren weg te denken uit het Haagse groenbeheer. Alle bloembakken in het Haagse centrum zijn per locatie voorzien van minimaal één sensor. Op de plaatsen waar meerdere bloembakken staan, wordt bodemvocht gemonitord aan de hand van twee sensoren. Eén in een bloembak in de schaduw en de ander in een bak in de zon. Op deze manier creëert Marco een referentie waarop hij kan acteren.

Meer tijd

Door goed op de data in te spelen kun je als groenbeheerder ontzettend veel tijd én water besparen. Zo worden de bloembakken die bijvoorbeeld in de zon staan voorzien van water, terwijl de bloembakken in de schaduw een ronde overgeslagen kunnen worden.

Doordat wij aan de hand van deze data de routers beter konden inplannen, konden we al snel 2 dagen per ronde besparen.’’Marco van Tol, Coördinator Groencentrum

‘‘Drie jaar geleden zijn we gestart met het monitoren van de bloembakken in het centrum. In het eerste jaar scheelde dat al meteen twee dagen per rode ten opzichte van andere jaren. Wanneer je dit omrekent naar arbeid, dan is dit echt een hele besparing. Dat betekende ook weer dat we meer bloembakken in één route konden doen.’’

We kregen steeds meer bloembak-aanvragen en op een gegeven moment loop je vast met je planning en dergelijke waardoor je gaat zoeken in de marges. De sensoren hebben hier echt aan bijgedragen. We konden routes namelijk efficiënter gaan inrichten.’’

Minder water

Wanneer de hoveniers vervolgens de routes gaan rijden kijken ze in de app. Heeft een bloembak buiten de ronde dringend water nodig, dan kan deze eenvoudig in de route worden meegenomen. Want op het moment dat de bloembakken in de gewone ronden nog beschikken over 40% water hoef je deze minder water te geven dan voorheen. Voorheen gaven we iedere bloembak zo’n 80 tot 100 liter water. Per minuut komt er 7 liter water uit de tank. Dus iedere liter water die je minder aan zo’n bloembak kwijt hoeft scheelt enorm veel tijd.’’

Buiten dat monitoring veel tijd bespaart, bespaart het ook veel water. ‘Neem een periode als afgelopen maand, het is erg heet en droog. Voorheen was het zo dat de hoveniers dachten: met deze hitte moeten alle bloembakken water hebben. Nu, met de sensoren, zien de hoveniers precies waar ze wel en niet water moeten geven. Dit geeft de hoveniers veel meer rust.’’

Meer rust

Onze chauffeurs loggen in de app van ConnectedGreen in en zien daar precies hoe het er op hun route voorstaat. Doordat er dankzij deze monitoring efficiënter gewerkt kan worden, kan er ook meer werk worden verzet in dezelfde tijd. Desondanks hebben de jongens en meiden in het werkveld een ontspannener gevoel, dat creëert rust in het team. Daarbij komen we niet voor verrassingen te staan, bijvoorbeeld dat er ineens een hele locatie met beplanting is uitgevallen.’’

Meer tevredenheid

Het monitoren brengt je in een proces dat steeds beter en beter wordt. Naast dat de routes efficiënter gepland konden worden, gingen de bloembakken er steeds beter en verzorgder uitzien. De ronde kon immers vaker worden gereden, dit betekende ook minder uitval. Dat leverde de gemeente uiteindelijk ook minder burgerklachten op, dus men is tevreden.’’

Landelijk kan er nog veel oppervlaktewater, dat opgepompt wordt, bespaard worden.’’Marco van Tol, Coördinator Groencentrum

Op dit moment werkt de afdeling van Marco met maar liefst 85 sensoren. Hij is zelfs zo enthousiast dat hij collega kwekerijen de sensoren aanraadt. Voor hen valt in zijn ogen nog veel te besparen op gebied van watergift. Want ook al lijkt de toplaag nog zo droog, het kan zomaar zo zijn dat de laag eronder vochtig is. Alleen weet je dat dus pas zeker als je het daadwerkelijk meet. Daarnaast werken waterpompen veel al op diesel. Dus wanneer je minder water geeft, is er ook minder brandstof nodig. Een win-winsituatie dus.

Nieuwe ontwikkelingen

Naast ontwikkelingen in technologie zijn ook de bloembakken in Den Haag volop in ontwikkeling. De polyester bakken met een klein reservoir maken plaats voor bloembakken gemaakt van gerecycled plastic. Deze bakken beschikken over een dubbele wand. Hierdoor bevat de bloembak stilstaande lucht wat resulteert in een constante grondtemperatuur en minder verdamping. Het reservoir met overloop zorgt voor een goede buffer. Dit maakt de bloembakken een stuk duurzamer en dat is ook met de sensoren aan te tonen.

Met de sensoren kunnen we goed de verschillen in type bloembak meten. Zo bleek het eerste jaar dat de nieuwe bloembakken aanzienlijk minder water nodig hadden dan de polyester bloembakken. Mogelijk dat dit ook deels aan de beplanting ligt, daarom ben ik ook dit jaar opnieuw aan het toetsen. Maar dan met andere gewassen om te kijken wat het verschil daarmee is ten opzichte van een polyester bloembak. Zo hebben de sensoren binnen het Haagse Groen dus meerdere functies.’’

Kortom, deze aanpak van slim waterbeheer is niet alleen effectief voor het besparen van tijd en water, maar verbetert ook de gezondheid en het uiterlijk van de planten, waardoor de tevredenheid van zowel de gemeenschap als de medewerkers toeneemt.

Sensoren meten het effect van vergroening en waterbeheersing

Een deel van het stadscentrum dreigde door het wegtrekken van ondernemers dood te bloeden. De gemeente en binnenstadsondernemers besloten dat er iets moest gebeuren en ontwikkelden de Klimaatstraat.

Auteur: Jeroen Poldermans

In het centrum van Apeldoorn vinden we de Marktstraat en de daaraan grenzende Beekstraat. Veel winkels en horeca vertrokken uit dit ooit bruisende stadshart, waardoor het stilaan in een doodgebloed en vergeten stadsdeel veranderde. Drie jaar geleden besloten gemeente en binnenstadsondernemers dat er iets moest gebeuren om dit deel van het centrum te redden. Geïnspireerd door de mogelijkheden op het gebied van klimaatadaptatie en bewapend met visie en daadkracht ontstond een plan: de Klimaatstraat.

Groene gevel

Een prominente feature van de Klimaatstraat is de groene gevel van boekhandel Nawijn & Polak op de hoek van de Marktstraat en de Beekstraat. Aan de gevel van dit pand prijkt sinds november 2019 een groene gevelwand. Een geavanceerd systeem zorgt ervoor dat de planten groeien zonder wortelbodem, terwijl water en bemesting automatisch worden afgegeven. Speciale apparatuur meet de luchtvochtigheid en het fijnstof. Eigenaar Joost Polak heeft voor dit systeem een vijfjarig contract met de gemeente afgesloten. ‘De gemeente is verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud; wij leveren de stroom en het water. Onder de groene wand zijn geveltuintjes aangelegd waarin het overtollige water van de gevel terechtkomt. Het zal nog wel zo’n twee jaar duren voor de beplanting in volle groei en bloei is, maar we krijgen nu al veel positieve feedback op de vergroening’, merkt Polak verheugd op. Uiteindelijk moeten klimplanten en geveltuinen de Klimaatstraat omtoveren in een groene oase.

Van idee naar concept

Hoe brengen we dit stadsdeel weer tot leven? Deze vraag kwam terecht bij beleidsmedewerkers klimaatadaptatie en natuur van de gemeente Apeldoorn. Eén van deze beleidsmedewerkers is Bernie ter Steege. Hij vertelt hierover: ‘Toen drie jaar geleden het idee ontstond om deze straten weer leefbaar te maken, kwam het thema klimaatadaptatie al snel ter tafel. Klimaatadaptatie is een vraagstuk dat je als gemeente niet alleen kunt oplossen. Het vraagt om bewustwording, die in het DNA van elke gemeente terecht moet komen. We wilden een omgeving creëren die uitnodigt om elkaar te ontmoeten en rond te dwalen, waar kinderen kunnen spelen in een groene ambiance die opgewassen is tegen de klimaatproblemen van de toekomst. Dat was de geboorte van het project Klimaatstraat. Met dit idee zijn we met vastgoedeigenaren en belanghebbenden om de tafel gaan zitten. In dat voortraject hebben collega’s samen met de aanwonenden en eigenaren hard gewerkt aan de plannen. Nu ben ik projectleider van het onderdeel monitoring effectiviteit klimaatmaatregelen.’

‘Klimaatadaptatie vraagt om bewustwording, die in het DNA van elke gemeente terecht moet komen.’

De marktstroom brengt verkoeling. De Marktstraat brengt verkoeling.

Fondsen werven

De gesprekken met betrokkenen verliepen soepel toen er fondsen in beeld kwamen. Het gevelfonds van de gemeente Apeldoorn beloofde een bijdrage en ook een restauratiefonds van de provincie Gelderland, genaamd Steengoed Benutten, werd bij het project betrokken. Hierdoor werd een aantal historische gevels in hun oude glorie hersteld. Het afkoppelen van het regenwater kon van de rioolbelasting worden betaald. Zo ontstonden de contouren van het project. De laatste financiële puzzelstukjes werden gelegd dankzij een toezegging van het waterschap Vallei en Veluwe en het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie.

Biodiversiteit

Eén van de pijlers van het project is het vergroten van de biodiversiteit. In dat kader is in de Marktstraat eind 2018 de Markthof aangelegd. Naast de sociale functie heeft dit park als doel voor verkoeling en een betere luchtkwaliteit te zorgen. Insecten en vogels vinden er voedsel en nestmateriaal. Hierdoor draagt dit park bij aan een grotere biodiversiteit. ‘Bij renovaties van oude panden wordt goed gekeken naar de aanwezige fauna. Mussen en vleermuizen worden in kaart gebracht. Wij proberen voor deze dieren hun habitat te herstellen door voedsel en veiligheid te creëren. Dat doen we door zorgvuldig bloemen en planten te selecteren waar insecten op afkomen. Tegelijkertijd heeft de Markthof een verbindende en esthetische functie’, aldus Ter Steege.

De spuwertjes staan aan. De spuwertjes staan aan.

Stromend water

In de Markstraat stroomt sinds april water. Dit is voor een deel afkomstig van het overtollige grondwater uit de nabijgelegen ondergrondse parkeergarage. Het water wordt gereinigd, stroomt weer terug naar het begin en wordt 24 uur per dag ververst. De Marktstroom voert het grondwater én regenwater af naar een ondergronds reservoir, een cisterne. Als het lange tijd droog is, krijgen bomen en planten in de binnenstad water uit deze opslag. Er kan 200.000 liter water in de cisterne. Als deze overloopt, stroomt het overtollige water via een infiltratieriool naar een wadi in de in 2020 aangelegde Grifthof. De overloop van die wadi komt in de Grift, de beek die door het centrum van Apeldoorn stroomt. Uiteindelijk brengt de Grift het water helemaal naar de Veluwe, om daar in de bodem te infiltreren. Zo is de grondwatercirkel weer rond.

Aanleg van de Grifthof.

Klimaatstraat als pilotproject

De Klimaatstraat fungeert als pilotproject voor de gemeente Apeldoorn en voor de provincie Gelderland. Ook in Doetinchem, Arnhem, Nijmegen en Elburg zijn klimaatadaptatieplannen in uitvoering of worden deze voorbereid. Ter Steege: ‘Alle gemeentes hebben een eigen monitoring. Samen leren ze van de effectiviteit van onze maatregelen. Dit was ook een voorwaarde voor de rijkssubsidie: deel de kennis over deze pilotprojecten met de rest van Nederland. We gaan niet de hele stad monitoren, maar we willen wel kijken of we de vergroening ook verder in de stad kunnen inpassen. Het monitoren van de effecten laat ons zien wat er verandert en of dit positief werkt op de beleving van de stad.’ Het burgerinitiatief Apeldoorn in Data verzamelt data via sensoren om de leefomgeving in Apeldoorn in kaart te brengen. Zo kan de hittestress in de stad online worden bekeken via www.apeldoornindata.nl/map. ‘We wilden breder meten dan alleen de luchtkwaliteit (temperatuur, fijnstof en luchtvochtigheid) en hebben toen bodemvochtsensoren aan het monitoringprogramma toegevoegd. Aangezien we op andere plekken in de stad al sensoren hadden voor de groenvoorziening, namen we contact op met René Voogt van Connected Green.’

Meten is weten

De Klimaatstraat is een complex systeem dat hittestress en wateroverlast en -tekort moet bestrijden. Monitoring via sensoren speelt een essentiële rol om de effectiviteit van de complexiteit te meten. Daarnaast controleren de vochtsensoren of het groen genoeg water heeft en of alles groeit en bloeit zoals bedoeld. René Voogt, winnaar van de Gouden Gieter 2019 en eigenaar van Connected Green, licht de werking van zijn sensoren in de Klimaatstraat toe: ‘In de Klimaatstraat hebben we een combinatie van bodemsensoren en klimaatsensoren ingezet. We hebben een nieuw soort sensor, die het bodemvocht op drie dieptes meet, de luchttemperatuur, de bodemtemperatuur en de luchtvochtigheid. Zo haal je nog meer klimaatgegevens naar boven. De data komen in het Connected Green-platform terecht, waar ze gevisualiseerd en verrijkt worden met gegevens over bodemsoorten, planten en bomen.’ Het Connected Green-platform is een applicatie waarop data inzichtelijk worden gemaakt via een dashboard. Het dashboard werkt als een soort stoplicht; bij groen is de situatie ideaal, geel vraagt om aandacht en rood betekent dat er ingegrepen moet worden. Maar hoe?

‘De Klimaatstraat is een complex systeem dat hittestress en wateroverlast en -tekort moet bestrijden’

De cisterne met glazen kijkvenster.

Een geveltuintje.

Testlab

Als het code rood is voor hittestress, wordt de Klimaatstraat maximaal gekoeld door de vele spuwertjes (fonteintjes) en het water van de Marktstroom. De vochtsensoren meten of planten water nodig hebben; zo leren we of en wanneer ze stress ervaren door hitte of droogte. De temperatuur en het vochtgehalte worden continu gemonitord en vergeleken met het aangrenzende gebied. Ter Steege legt uit: ‘We hebben ook sensoren hangen in een referentiestraat; dat is een straat waar geen klimaatadaptieve maatregelen getroffen zijn. Daar hangen eveneens sensoren om de temperatuur en vochtigheid te meten op verschillende hoogten. Ook meten we met de stichting Apeldoorn in Data de temperatuur in het Veluwse bos en in een open veld zonder schaduw in Lieren. Al deze data kunnen we nu met elkaar vergelijken. Zo is het project Klimaatstraat een soort testlab. We zijn nog niet klaar, want we willen in de toekomst het publiek laten zien wat het resultaat is van al onze inspanningen. Ergens in de stad komt een openbaar scherm waarop de temperatuur, luchtkwaliteit en vochtigheid in de stad getoond zullen worden.’

Vergelijkbare projecten

Ook bij het ambitieuze Klimaatplein ’t Gasthoês in Horst aan de Maas (Noord-Limburg), de herinrichting van de binnenstad van Tilburg en de vergroening van het stationsplein in Zwolle wordt gebruikgemaakt van de slimme sensoren van Connected Green. Voogt: ‘Connected Green is breder dan alleen sensoren voor het watergeven. Het is een platform waarmee je data van meerdere sensoren kunt combineren. In eerste instantie werkten we veel samen met groenvoorzieners, maar geleidelijk aan kwamen steeds nadrukkelijker ook gemeenten in beeld die zich bezighouden met wateroverlast, watertekort en hittestress. Monitoring is bij al deze projecten essentieel, omdat je de effecten van al die maatregelen wilt meten en bijsturen. De Klimaatstraat in Apeldoorn en vergelijkbare projecten tonen het aan: steeds meer gemeenten en groenvoorzieners zien in dat het Connected Green-platform perfect in te zetten is bij complexe klimaatadaptieve projecten.’

Bron: Stad+Groen

Betere inzichten, minder water: Gemeenten Veldhoven en Den Haag besparen fors met Connected Green

Dat zijn sensoren en het Connected Green-platform in meerdere opzichten bijdragen aan groen besparing, dat weet oprichter René Voogt zelf ook wel. Maar dat het om zulke grote besparingen gaat, verrast ook hem in positieve zin. Michel Romeijn van de gemeente Den Haag en Ron Berben van de gemeente Veldhoven vertellen over hun ervaringen. ‘Een besparing van zo’n 1.200.000 liter water per jaar, dat hadden we niet verwacht.’

Auteur: Heidi Peters

Begin dit jaar publiceerde Stad + Groen een artikel over het vochtmonitoringssysteem van Connected Green. Inmiddels hebben diverse gemeenten deze technologie omarmd, waaronder Veldhoven en Den Haag. Ron Berben, als zelfstandig groenadviseur ingehuurd door de gemeente Veldhoven, is altijd op zoek naar innovatieve oplossingen voor groen besparing. Dus toen de gemeente op zijn advies investeerde in zes sensoren met de bijbehorende software, zag hij direct een gelegenheid om de toegevoegde waarde van Connected Green in kaart te brengen. 

Berben vergeleek de kosten van bewateren – zowel het water als de menskracht – bij de zeventig bomen die door de sensoren werden gemonitord, met de kosten bij bomen die op de traditionele manier werden verzorgd. ‘Er is een mooi gezegde: meten is weten. Dit geldt zeker voor vochtsensoren. We denken door ervaring en vakkennis veel te weten, maar de praktijk is vaak weerbarstig. We kunnen met de huidige technieken veel meer dan we zelf weten, dus wat mij betreft moeten we ons daar veel meer in verdiepen en gebruik van maken.’, aldus Berben. 

‘We denken door ervaring en vakkennis veel te weten, maar de praktijk is vaak weerbarstig.’

Grote besparing

In de gemeenten Veldhoven zijn vorig jaar zo’n 300 bomen omgewaaid door stormschade. De 70 die daarvoor zijn teruggeplant, worden nu verzorgd op basis van de gegevens van de sensoren. In totaal zijn er in het afgelopen jaar 840 bomen geplaatst in de gemeente Veldhoven. De inzet van Connected Green in Veldhoven heeft geleid tot substantiële groen besparing. 

‘De investering in de sensoren en het bijbehorende abonnement verdien je snel terug’, aldus Berben. ‘Na drie maanden heb ik het verschil uitgerekend. Als we alle 840 bomen op basis van de vochtsensoren hadden verzorgd, hadden we in drie maanden 20.000 euro bespaard op water-, loon- en materiaalkosten. Ik ben er zelf oprecht verbaasd over. Je verspilt geen water, maar geeft ook niet te weinig, dus de boom wordt optimaal verzorgd. En ritjes tussendoor om de status van de boom en de grond te controleren hoeven ook niet meer. Dat is nog een interne besparing die niet het bedrag zit. Ook kan de uitvoering gecontroleerd worden. De vochtsensoren geven een piek wanneer er water wordt gegeven.’

Van zes naar dertien

Berben: ‘We begonnen in de gemeente Veldhoven met zes sensoren. Het was ook een proef voor Veldhoven, bedoeld om, waar nodig, collega’s te overtuigen. Dit bleek inderdaad nodig en het is gelukt. Daarna hebben we er nog zeven bij besteld. Werken met sensoren heeft invloed op je dagelijks werk. Een grondboor gebruiken om de status van de grond te bepalen is niet meer zo vaak nodig. Er zijn veel minder verloren uren en we werken een stuk efficiënter. De gegevens en status van de bodem lees je op afstand af en daarna bepaal je de vervolgstappen.

Voor jonge bomen is het heel belangrijk om op het juiste tijdstip water te geven. Bij te laat water geven kan de boom in de stress schieten. Dit stagneert de groei, waardoor de boom langer nodig heeft om zonder zorg te blijven groeien. Allemaal factoren waardoor ik heel positief ben over het gebruik van de sensoren van Connected Green.’

Sensoren voor drainage

Adviesbureau Terraspect, werkend aan een project in Hendrik Ido Ambacht, benaderde Berben ook voor een bijzondere situatie. Rondom een perenberceau, geplant in 1922, wordt gebouwd. De berceau staat op een akker en er worden nu woningen omheen gebouwd. Vanwege het cultuurhistorisch belang wil de gemeente de berceau behouden. De bouw heeft echter invloed op het grondwaterpeil, zeker hier in het lager gelegen westen van het land. Berben: ‘Er is drainage aangebracht, zodat de perenbomen niet met de voeten in het water staan. Dat is leuk, maar voor het behoud van de bomen moeten we twee dingen weten: werkt de drainage en krijgen de bomen genoeg water van boven? 

Begin juni hebben we elf sensoren geplaatst, op vier plaatsen een combinatie van een sensor op 90 cm en één op 60 cm. De sensor op 90 cm hoort aan te geven dat de grond nat is en die op 60 cm dat de grond vochtig blijft, maar niet nat wordt. Zolang de sensoren dat aangeven, weten we dat de drainage werkt. Hoewel de sensoren gemakkelijk verplaatsbaar zijn, is dat voor deze dus niet de bedoeling. Ze hebben een permanente bewakingsfunctie. Dus ook voor zoiets kun je de sensoren gebruiken. Heel handig.’

Voortzetting van groen besparing in Gemeente Den Haag

Michel Romeijn is voorman van de aanlegafdeling van de gemeente Den Haag. Hij stelde zijn team de vragen: Waarom geven we water? Omdat het op de planning staat? Maar is dat dan nodig? Benieuwd naar de antwoorden op deze vragen, koos Romeijn voor Connected Green. Inmiddels weet hij dat water geven niet altijd nodig is. ‘Vooraf hoop je dat je iets kan besparen’, zegt hij. ‘Nou, dat bleek boven verwachting. Het is een investering die je vlot terugverdient door significante groen besparing.’

Michel Romeijn: ‘De sensoren zijn eenvoudig te plaatsen.’

Den Haag heeft al sensoren in plantenbakken en in het voorjaar van 2020 worden deze aangevuld met twintig sensoren voor bomen. Voor een zo nauwkeurig mogelijk advies moet de bodem waarin de sensoren geplaatst worden zo dicht mogelijk bij een van de geijkte soorten in de app liggen. Het mengsel van de bomengrond in Den Haag wijkt wat af van de tien beschikbare grondsoorten in Connected Green. Daarom heeft de gemeente een bodemmonster opgestuurd, dat door Connected Green naar het laboratorium is gestuurd. Dit is vervolgens geijkt en toegevoegd aan de app.

Romeijn: ‘We zijn gestart met twintig plant- en boomsensoren om een beeld te krijgen. Wat doet het programma precies, hoe werkt het, wat zeggen de grafieken? De sensoren staan op plaatsen met uiteenlopende omstandigheden, zoals in de buurt van een sloot, in de stad en op een talud waar de grond vaak droger is. We hebben in onze gemeente jaarlijks 1500 nieuwe bomen te verzorgen. De resultaten zijn verrassend en bieden op sommige plekken ook duidelijkheid voor de lange termijn. Zo zie je dat bomen die in de buurt van een sloot staan, op den duur zelf wel zorgen voor genoeg vocht. Heb je dat een tijdje gemonitord, dan kun je constateren dat de sensor daar weg kan.’

Geen vast rondje meer

Voor het team, dat al jaren gewend was aan het vaste rondje water geven, was het even wennen. ‘Er waren wat zorgen dat er minder werk voor het team zelf zou zijn, maar dat is niet zo’, legt Romeijn uit. ‘We besparen op inhuur en op het verbruik van oppervlaktewater. Na vier maanden werken met Connected Green constateer ik een forse besparing bij de weersomstandigheden van dit seizoen. We reden vorig jaar rond met vijf trekkers; dat zijn er nu gemiddeld drie, dus twee minder. Eén daarvan reken ik toe aan het efficiënter water geven dankzij Connected Green. Daarnaast heb ik een gedigitaliseerde waterroute geïmplementeerd, waardoor we stukken efficiënter rijden. Dat scheelt ook een trekker. Reken maar uit: een trekker twintig weken fulltime inhuren, dat kost een lieve duit. 

Bovendien is er minder dieseluitstoot en pompen we rond de 1.200.000 liter water minder op. We hebben namelijk 1600 locaties in de stad, waar we per jaar voor tien waterrondes komen. Dat is dus jaarlijks 16.000 locaties. Door het gebruik van sensoren besparen we tussen de 50 en 100 liter per locatie. Neem ik een gemiddelde van 75 liter besparing per locatie, dan komt dat neer op circa 1.200.000 liter water dat we minder oppompen.’

De veldcomputer van de gemeente Den Haag, waarop de metingen realtime zichtbaar zijn.

Verantwoording gemeenschapsgeld

Romeijn vervolgt: ‘Ik vind het ook fijn dat ik op basis van de informatie uit de sensoren gefundeerd en onderbouwd kan laten zien hoeveel geld ik heb uitgegeven en hoeveel water ik heb verbruikt en waarom. Het kan zijn dat we volgend jaar een veel hetere en drogere zomer hebben en dus meer water nodig hebben. Met deze informatie kun je ook dan onderbouwen dat het echt nodig is. Bovendien wil je als gemeente ook dat de nieuwe bomen aanslaan, want een boom die het niet redt wegens te weinig water en daarom vervangen moet worden, dat kost ook het nodige. Op deze manier werken is echt de toekomst. Wij breiden het aantal sensoren de komende tijd dan ook fors uit.’

‘Met deze informatie kun je onderbouwen dat water geven echt nodig is.’

'Cruyffiaans eenvoudig'

‘Minder waterverbruik en betere, gezondere bomen, dat zijn de doelstellingen van de inmiddels tientallen gemeenten die met ons systeem werken’, vertelt René Voogt, de oprichter van Connected Green. ‘Met dat doel komen ze bij ons. Het meten van de condities van groen met sensoren is niet nieuw, maar is vaak een heel technisch verhaal. En dat programma, dat is waarmee we ons onderscheiden. Dit bevat een database met informatie over de specifieke behoeften van de 2400 meest gebruikte vaste planten en bomen, zoals de water- en lichtbehoefte en vorstgevoeligheid. Zoals de ene boom de andere niet is, gaat dat ook op voor grondsoorten. 

Een zanderige bomengrond heeft een andere waterbehoefte dan bijvoorbeeld teelaarde of klei. Daarom hebben we de elf meest gebruikte grondsoorten geijkt, inclusief de grond uit Den Haag. De combinatie van de grond en de plant geeft het optimale wateradvies. Overigens zijn we sensor-onafhankelijk en kunnen we sensoren van alle merken koppelen aan ons beheersysteem.’

Voogt besluit: ‘We zien in ons klantenbestand waar het droog is. Gemeenten in het zuiden en oosten van het land hebben meer te maken met waterschaarste en maken meer gebruik van de app. De app toont een grafiek en geeft een melding als het nodig is om te sproeien. Het is echt Cruyffiaans eenvoudig opgezet. Meer inzicht, minder kosten, daar gaat het om.’

Bron: Stad+Groen

HAARLEM – In droge, hete zomers zoals dit jaar moeten jonge bomen in Haarlem wel tien keer bewaterd worden. De eerste twee jaar nadat ze de grond in zijn gegaan, kunnen ze daar niet zonder. Dit jaar wordt de gigantische operatie iets minder arbeidsintensief omdat met vochtsensoren voor jonge bomen de vochtigheid van de grond rond de nieuwe aanwas in de gaten wordt gehouden.

Auteur: Geja Sikma

Vochtsensoren voor jonge bomen

Een proef met de vochtsensoren voor jonge bomen van beheerder Spaarnelanden in de gemeente Haarlem loopt nu ongeveer vier maanden. En juist dit jaar is het bij uitstek nodig. Het droge voorjaar en de huidige hittegolf maken het de jonge boompjes niet makkelijk.

Dirk Hoogewerf en zijn team rijden momenteel met vier tractoren en tanks vol met water uit het Spaarne door de stad. Zo’n tweeduizend bomen die de afgelopen twee jaar zijn geplant krijgen per keer 100 liter water. Dat is een kostenpost van naar schatting anderhalve ton, geld dat dankzij de sensoren gerichter kan worden besteed.

Op zijn telefoon kan data-analist Roy Kolk van Spaarnelanden precies zien hoeveel water de jonge steeneiken aan De Bazellaan in Parkwijk de afgelopen week hebben ‘gedronken’. En ze hadden wel weer even een slok nodig, zo laat de grafiek zien. Er zijn tien vochtsensoren bij wijze van proef verspreid over Haarlem geplaatst. “De voelsprieten meten het vochtgehalte en daarmee kunnen we zien of het voldoende is”, vertelt Kolk.

Geen water voor de groten

Op de planning staan weer 700 bomen die gepland gaan worden de komende tijd. De bomen die dan langer dan twee jaar staan, worden dan overgeslagen door de watertrekkers van Spaarnelanden. Volgens Hoogewerf moeten die voor zichzelf kunnen zorgen. “Die groten zitten al heel diep geworteld, die kunnen op eigen benen staan.” Bij elke aanwas wordt er rekening mee gehouden dat acht tot tien procent van de bomen het niet redt. “Dat is normaal”, volgens Dirk.

‘De boom beschermt zichzelf door minder bladvolume te creëren, en dan heeft hij minder water nodig.’

Groenbeheerder Spaarnelanden

 

DIRK HOOGEWERF, SPAARNELANDEN

Met extreme warmte kan het wel zo zijn dat bomen blad laten vallen, zoals ook de grote eik in een plantsoentje aan De Bazellaan. “En dan wordt er direct geroepen ‘oh, de bomen gaan dood en die hebben water nodig!’ Dat is dus niet zo”. legt Dirk uit.  “De boom beschermt zichzelf door minder bladvolume te creëren en dan heeft hij minder water nodig.”

'Mediterrane' soorten

Hij verzekert dat zo’n boom volgend jaar weer volop in blad staat. Maar wel moet er volgens Dirk rekening gehouden worden dat bij een blijvende klimaatverandering niet alle soorten bomen stand houden in een stad. Er moet wellicht binnenkort een gemaakt worden voor meer ‘mediterrane’ soorten.

Wel moet volgen dirk rekening gehouden worden dat bij blijvende klimaatverandering niet alle soorten bomen stand kunnen blijven houden in een stad en er wellicht keuze gemaakt moet worden voor meer ‘mediterrane’ soorten.

Bron: NH Nieuws

Meer besparen op watergift van groenproject(en)?

Jonge bomen hebben nu eenmaal veel water nodig. Het is essentieel om jonge aanplant veelvoudig watergeven te geven in de zomer. Wat de nodige kosten met zich mee kan brengen.

Ben je nog bezig met een groenproject? Bereken je kosten van de watergift en wat je kan besparen met de besparingstool van ConnectedGreen.

Gepast omgaan met water zonder velden tekort te doen wordt steeds belangrijker

Sensorenleverancier ConnectedGreen, bekend van de vochtsensoren bij groenprojecten, bomen, boombakken en dak- en gevelgroen, is sinds vorig jaar met pilots actief in de sportveldenmarkt. Salesmanager René Voogt: ‘Een tekort aan vrijwilligers, maar ook aan water, dat is de nieuwe realiteit. Wanneer de speeldruk hoog is, helpen vochtsensoren voor sportvelden om efficiënt te beregenen.’

Auteur: Karlijn Santi Raats

In opdracht van Sportservice Ede zijn er vochtsensoren voor sportvelden geplaatst in sportvelden in Ede door Van de Haar Groep. Krinkels deed dat in sportvelden in de gemeente Winsum en deze maand in Maastricht.

Het ConnectedGreen-systeem bestaat uit slimme sensoren, een cloud-omgeving en een app voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer. In een logboek kunnen alle genomen maatregelen en uitgevoerde taken worden genoteerd. In een dashboard kunnen beide partijen de status van alle projecten inzien. Als er iets aan de hand is, ontvangen de betrokken partijen bericht via de app.

Neill Claessen, Krinkels

Krinkels had al sensoren geïnstalleerd onder het grasveld op het Museumplein in Amsterdam. Op sportveldengebied had het bedrijf drie maanden eerder ervaring opgedaan, bij de aanleg van ConnectedGreen-sensoren op een sportpark in Winsum.


‘De sportvelden mogen niet te lijden hebben van een sproeiverbod.’

 

Vochtsensoren voor sportvelden strategisch geplaatst

Neill Claessen, werkvoorbereider en calculator bij Krinkels, legt uit hoe de vochtsensoren voor sportvelden op een strategische manier zijn geplaatst om de vochthuishouding van sportvelden efficiënt te monitoren. ‘Onlangs hebben we vier sensoren geplaatst in drie velden in de gemeente Maastricht: in twee van de twaalf velden op multifunctioneel sportpark Geusselt en in één van de acht velden op multifunctioneel sportpark West. De twee velden op sportpark Geusselt bevatten nu elk één sensor, het veld op sportpark West twee.’

Omdat het om een pilot gaat, willen Krinkels en de gemeente Maastricht kijken of één sensor toereikend is voor voldoende gegevens of dat er wellicht twee nodig zijn. De sensoren hebben een lengte van 15 cm, wat zou betekenen dat er net onder de wortelzone van het gras gemeten wordt. Daarom worden ze in sportvelden horizontaal toegepast en zitten ze op een diepte van ongeveer 10 cm.

Voogt: ‘De sensor moet ook weer niet te diep meten; je wilt ongeveer bij de wortels meten.’ De vochtsensoren voor sportvelden worden in de grond gestoken op een goed herkenbare plek die zo representatief mogelijk is. Dat is over het algemeen in of rond de middencirkel. Indien een tweede sensor wordt geplaatst, komt deze vaak in een van de doelgebieden, omdat die intensief bespeeld worden.

Ad Boer, Van de Haar Groep

Claessen laat zien waar hij de sensoren in de mat heeft geplaatst: in dezelfde lijn als de beregeningsstrengen in het veld. Dat is makkelijk voor de oriëntatie van de onderhoudsploeg. ‘We blijven altijd uit de buurt van de beregeningsinstallatie tijdens onderhoudswerkzaamheden. Doordat de sensoren in dezelfde lijn zijn gelegd, worden ze niet geraakt en zijn de locaties gemakkelijk in te tekenen op de beregeningstekening.’

Vochtpercentage meten

Ad Boer, uitvoerder bij Van de Haar Groep, heeft drie jaar ervaring met de ConnectedGreen-sensoren. In 2017 kwam een innovatieve medewerker van het bedrijf met informatie over de vochtsensoren. Toen Van de Haar Groep in opdracht van Sportservice Ede voor vier jaar het onderhoud van de sportvelden ging doen, werden de vochtsensoren meteen geïnstalleerd: zes in totaal, verspreid over vier velden. Van de Haar Groep en Sportservice Ede hebben toegang tot de cloud-omgeving van ConnectedGreen om de vochtgegevens via de computer of app te bekijken.

Ook Krinkels deelt de vochtgegevens met de opdrachtgever. Claessen: ‘De sportveldbeheerders bij de gemeente Maastricht zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de velden, dus zij moeten over onze schouder mee kunnen kijken. Bovendien is dit een pilot en moeten zij beoordelen of de meetgegevens van de sensoren meerwaarde bieden.’

Eerder had Van de Haar Groep bij sportclub Candia ’66 ConnectedGreen-sensoren geplaatst, maar ook weer verwijderd. De clubleden zijn daar frequent op de velden aanwezig en sproeien regelmatig. Boer vertelt: ‘De vrijwilligers zelf zijn daar de oren en ogen van de club; monitoring op afstand is bij hen dus niet nodig. Wij bieden de vochtsensoren voor sportvelden als extra dienst aan onze opdrachtgever aan en daarna kijken we bij welke verenigingen of sportparken ze meerwaarde hebben.’

Gegevens interpreteren

Het ideale vochtpercentage ligt bij sportvelden tussen 5 en 15 procent. Deze percentages zijn eenvoudig uit te lezen via de app. Zo monitort Boer dagelijks alle velden met sensor. Van de Haar Groep deelt de gemeten vochtgegevens met Sportservice Ede. Die stuurt waar nodig bij door een bericht te sturen naar de vereniging als een veld er volgens de meetgegevens te droog of juist te nat bij ligt.

Bij één veld ziet Boer dat de sensor consequent afwijkende waardes aangeeft: ‘Die wijt ik aan een ongeschikte meetplek; we zullen de sensor eens verplaatsen. Dat kan te maken hebben met een storende laag, een onjuiste instelling van het bereik of de waterdruk in het beregeningssysteem.’

Het liefste had Boer gezien dat de sensoren wat korter waren, zodat ze niet zo diep meten. ‘Wanneer de sensor tot op 15 cm onder het maaiveld meet, zit deze dichterbij de wortels. Dat zou betekenen dat de sensor specifiek voor sportvelden aangepast zou moeten worden. Wellicht komt dat nog.’

Ingrijpen op juiste moment

Claessen van Krinkels: ‘Steeds meer sportverenigingen kampen met vrijwilligerstekorten, dus het is belangrijk om efficiënt te werken. Daarnaast moet er efficiënt met water worden omgegaan. De afgelopen jaren hebben we op veel plaatsen een sproeiverbod gezien. Het gras mag niet te lijden hebben van deze uitdagingen. De sensoren meten de exacte vochtbehoefte van de grasplant, zodat deze in principe niets tekort komt.’

In Maastricht beschikken beide sportparken over een automatisch beregeningssysteem en het beregenen gebeurt door beheerders van de gemeente. Toch denkt Claessen dat de sensoren ook dan meerwaarde hebben. ‘Op deze sportcomplexen is de speeldruk vrij hoog. Er wordt door meerdere verenigingen gebruikgemaakt van de velden en ze worden ook verhuurd voor evenementen. De druk om te zorgen voor goede velden die veel betreding aankunnen, is dan ook hoog. Beregening is essentieel voor een sterk veld. De vochtsensor-app kan de beheerders helpen; doordat ze nu op afstand kunnen monitoren, besparen ze tijd en kilometers en verloopt het beregenen efficiënt.’

Bron: Fieldmanager

maar om wat je met de gegevens doet.

In de openbare ruimte zijn steeds meer sensoren te vinden. En er zijn veel marktpartijen die zich op dit onderwerp storten. De ontwikkelingen gaan zelfs zo snel, dat Geonovum een handreiking heeft uitgebracht met daarin een voorzet voor een ‘sensordata-verordening’. Dit document bevat richtlijnen voor alle betrokken partijen. Datagedreven werken en de Smart City worden dus langzaam maar zeker realiteit.

Het is helaas ook de realiteit dat meer dan 90 procent van de sensorgegevens ongebruikt blijft. Dit komt doordat sensordata op zichzelf helemaal niets zeggen. Ze moeten in een context geplaatst worden en de informatie moet in begrijpelijke vorm vertaald worden voor de verschillende belanghebbenden. Om die reden richt het platform ConnectedGreen zich volledig op het instellen en interpreteren van sensoren voor (openbaar) groen, om er vervolgens voor te zorgen dat de juiste informatie op het juiste moment bij de juiste persoon komt. Om het systeem in te stellen, wordt gebruikgemaakt van vakkennis op het gebied van bomen, planten en grondsoorten. Deze vakkennis is cruciaal om het systeem in de praktijk te laten functioneren.

Slimme monitoring helpt om duurzamer te werken en kosten te besparen (waterbesparing, minder projectbezoeken, minder uitval). En door de transparantie verbetert de samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Hierbij zijn alle partijen dus gebaat. 

ConnectedGreen ziet verschillende manieren van samenwerken. Sommigen groenbedrijven schaffen zelf sensoren aan om hun projecten in de gaten te houden en efficiënter te werken. Anderen geven ook hun opdrachtgever toegang tot de informatie, wat de samenwerking ten goede komt. En in enkele gevallen is het omgekeerd: de gemeente schaft sensoren aan om bijvoorbeeld nieuwe aanplant te monitoren, en laat vervolgens de groenvoorziener meekijken.

Casus: Bomen in Amsterdam

Een voorbeeld waarbij een groenbedrijf succesvol gebruikmaakt van het systeem, is het project voor de herplant van bomen in de Hemsterhuisbuurt in Amsterdam. Door omstandigheden moesten de bomen hier buiten het seizoen en bij extreme warmte en droogte geplant worden. ‘We hebben er sensoren bij gezet om de vochthuishouding in de gaten te houden, zodat we op het juiste moment kunnen watergeven en ze niet te veel en ook niet te weinig water krijgen’, aldus Henk Werner van Pius Floris Boomverzorging Amsterdam. ‘Drie weken na aanplant hadden de bomen ongeveer tien centimeter nieuw schot. Voor de winter staan ze vast met nieuwe wortels, zodat ze in het voorjaar zo van start kunnen.

Casus: Smart City Houten

Natuurlijk is het voor overheden belangrijk dat de ‘groene’ sensordata uiteindelijk op een hoger niveau gecombineerd worden met data van andere sensoren. Alleen op die manier is het mogelijk een integraal beeld te krijgen om beleid op te baseren en om een echte Smart City te creëren. Bij wijze van proef werkt ConnectedGreen daarom samen met Nazca IT en Boomtotaalzorg in de gemeente Houten. Nazca IT biedt een Smart City platform waarin data uit vele verschillende sensoren gecombineerd worden. En ConnectedGreen wordt gebruikt door de boomspecialisten van de gemeente, die daarvoor weer nauw samenwerken met Boomtotaalzorg, om de nieuwe beeldbepalende rode beuk goed te laten aanslaan.

Bron: Stad + Groen

Meer weten

Wilt u meer informatie over ConnectedGreen?

Maak gebruik van het formulier hiernaast en ontvang onze whitepaper. In de whitepaper vind je informatie over wat wij doen en hoe wij verschillende oplossingen aanbieden voor verschillende situaties.

Download onze whitepaper

Op zoek naar meer informatie over ons platform en draadloze sensoren?

Ontvang nu onze whitepaper en leer alles over de voordelen van datagedreven werken en het belang van goed ‘sensor management’.